21 Maart 1958 49» laatste werkelijke geldelijke verdiensten, ils er nu in die gemeenten f,20,— wordt verdiend, dan wordt dat bedrag aangehouden, doch wanneer de laatste verdiensten in onze gemeente f,20,zijn, dan handhaven B.en W. de norm van f,15,— en wordt gezegd dat de overblijvende f,5#— per week dan maar overgelegd hadden moeten worden. Spreker, die dit on billijk acht, zegt dat men er rekening mede moet houden, dat wanneer iemand werkt, in de werkperiode de noodige dekking en kleeding voor het gezin moet worden aangekocht. Het moet een ieder toch duidelijk zijn, dat niemand van den werkloozensteun kleeren enz. kan aahkoopen. Spreker zegt dat, als iemand gewerkt heeft en reeds eerder in den steun is ge weest, de wachtweken veel te lang zijn. Spreker toont onder aaihaling van voorbeelden aan dat er veel te veel verschil in het aantal wachtwe ken is. In verband met Sprekers derde vraag, merkt hij op, dat het wel gebeurt, dat inkomsten van andere leden van het gezin bij de gezinsin komsten worden gerekend, hetgeen ook aanleiding kan geven tot onbillijk heden. Verder vraagt Spreker nog of de betrokkenen, die in de wachtwe ken zijn, gedurende die weken hun kaart dagelijks moeten laten afstem pelen. Het komt n.1. waL voor, dat er monschen zijn, die eiken dag moe ten laten afstempelen, terwijl er weer andoren zijn, die dat alleen des Vrijdags moeten laten doen. Spreker dringt op een gunstiger regeling aan ten aanzien van de toepassing dor steunregeling, rfaar de regeling in imorsfoort veel gunstiger is, verzoekt Spreker een soortgelijke toe passing, heer Nooder wij3t op het immoreele van hot stelsel der wachtwe ken. Hot iramoreelG zit hierin, dat het Rijk gebruik maakt van de omstan digheid, dat iemand met f,15?moet kunnen rondkomen, en wel door het stellon van de normen. nen moot alzoo constateoron, dat hot Rijk do mon schen er toe brengt om voor oen loon van f,15»werk te verrichten. Waar een werkgever 100arbeidsprestatie wonscht, doet men bij hot stol len van een norm van f«15»daarop inbreuk. Ho arbeidsprestatie lijdt daar ongetwijfold onder<- In omliggende gemeenten zijn do verhoudingen anders» Ligt dit soms aan do willekeur dor gemeenton? Voorzitter deelt mede, dat hij de opmerkingen van de heeren Helmus en Nooder met gemengde gevoelens heeft vernomen. Hit punt heeft Sprekers bijzondere belangstelling. Het gevaar dreigt echter, dat men deze zaak te incidenteel gaat beoordeel enEen raadsvergadering is dan ook niet de juiste plaats cm deze zaken te bespreken en daarom zou Spreker het veel meer oppari js gesteld hebben en het ook meer vruchtbaar hebben geacht, indien de leden zich. bij hem persoonlijk zouden vervoegd hebben om dergelijke zaken te besprekent waarmede men zijn rechten om in open bare vergadering te spreken, niet prijs geeft. Het is geen daad van wijB beleid om detailpunten in een raadsvergadering naar voren te brengen. Het spijt Spreker, dat door de heeren Helmus en Nooder een onjuiste te genstelling wordt gemaakt. Men kijkt uitsluitend naar de belangen der arbeiders. Men moet er wel degelijk rekening mede houden, dat het Rijk geen pruimeboomen heeft, waaraan men maar met sucoes kan schudden. Voorts moet men bedenken, dat de steungelden door velen met bloed en tranen moeten worden opgebracht, dat dit een groep is waaronder zich tal van personen met kleine inkomens bevinden en die zelf vaak onder moei lijke omstandigheden verkeert, Haar Sprekers inzicht heeft de Overheid tot taak ook dit onderdeel met de juiste zorg en onderscheidingsvermogen te behecren. Spreker zegt vervolgens, dat de heer Helmus buiten beschou wing heoft gelaten de omstandigheid, dat or zeer vele controleurs van het Rijk zijn, die een nauwgezette controle bij do gemeentebesturen uitoefenen op do toepassing dor voorschriften van de steunregeling, zoodat do

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1938 | | pagina 98