22 November 1939 146. Zij waren daartoe volkomen bevoegd, daar de palen slechts bij wijze van proef waren geplaatst en gratis in bruikleen waren gegeven. Burgemeester en Wet houders zijn dus niet in de bevoegdheid van den Raad getreden. In Juni van dit jaar was reeds opdracht gegeven om de palen te verwijderen, doch door een misverstand werd aan die opdracht geen uitvoering gegeven. Spreker zegt dat geenerlei pressie op Burgemeester en Wethouders werd uitgeoefend, zooals de heer van de Ven veronderstelt- De heer Nooder verzocht aandacht te schen ken aan den looptijd der verschillende contracten. Naar aanleiding van dit verzoek merkt Spreker op, dat een staat van alle contracten met afloopdata en opzeggingsdata aanwezig is en dat daaraan geregeld aandacht wordt geschon ken, Het contract met de P-UIE-M, liep op 1 Januari 1938 af opzegging moest 6 maanden van tevoren plaat3 hebben, dus voor Juli 1937, op welk tijdstip nog geen sprake was van een conflict tusschen gas en electriciteit. Met betrek king tot de opmerking van den heer Eornsveld zegt Spreker, dat deze reeds door hem beantwoord is door de mededeeling, dat de Rijkswaterstaat bezwaar maakt tegen gasverlichting langs de hoofdwegen. Spreker zegt voorts te betwij- 1 felen of de P.U.ErM, zich laat beïnvloeden door de concurrentie van het Gas bedrijf. Het is Spreker bekend, dat de P,U.EeM, zeer coulant is, zelfs ook tegenover gemeenten, waarin geen gas aanwezig is. De opmerking van den heer Dwars heeft Spreker verwonderd. Men zou dan wel kunnen beweren dat in 't ge heel geen straatverlichting noodig i3, hetgeen toch niet de bedoeling kan zijn. Naar Sprekers meening moet de straatverlichting zoo goed mogelijk en doeltreffend zijn- De heer van de Ven zegt het niet eens te zijn met de bewering van den Voorzitter, dat de prijzen van een gasverlichting en van een electrische verlichting voor de Vredehofstraat gelijk zijn. Spreker, die de berekening heeft nagegaan, is tot de conclusie gekomen, dat een gasverlichting f,22, goedkooper is dan een electrische verlichting,- Voorts zegt Spreker, dat hij het prettiger had gevonden als de palen der gasverlichting nog 14 dagen wa ren blijven staan totdat de Raad een beslissing had genomen. Spreker wijst er vervolgens nog op, dat de F-Ur.E.M» met de tarieven op haar hoede is sinds een gaslantaarn voor het gemeentehuis werd geplaatste Vóórdien waren hare aanbiedingen zóé'r hoog: In dit verband wijst Spreker op de hooge tarieven voor de nachtverlichting; welke aanvankelijk door de F.UcE.M. gecalculeerd werden en welke tarieven naderhand belangrijk verlaagd werden. Vanneer men zich op het standpunt zou stellen, dat geen verlichting van den rijweg noodig zou zijn, dan zou het misschien beter zijn om alleen de voetpaden te verlichten, doch Spreker zou zulks niet willen adviseeren, De heer Dwars zegt dat het niet zijn bedoeling is om naar den ouden tijd terug te keeren- doch Spreker heeft alleen willen wijzen op practische moei lijkbeden., Voorts wil Spreker de goedkoopste en toch een goede verlichting, hetgeen z-i, door middel van gas kan geschieden, Men moet ons eigen gasbedrijf bevoordeelen, indien zulks eenigszins mogelijk is. De Voorzitter merkt op dat het contract met de P.U,E,M, nog vier jaren loopt en dat de Rijkswaterstaat bezwaar heeft tegen een gasverlichting langs den Rijksweg» De heer van den Brandeler meent dat langs nieuw aangelegde wegen toch zeker een gasverlichting mag worden aangebracht,-. De Voorzitter zegt dat het wel de bedoeling is om een proef met gasver lichting voor nieuw aan te leggen wegen te nemen. Wethouder Hilhorst deelt nog mede, dat Burgemeester en Wethouders het standpunt hebben ingenomen, dat de hoofdwegen van een electrische verlichting voorzien dienen te worden- Voor nieuwe wegen kan het aanbrengen eener gas verlichting worden overwogen, indien blijkt dat deze niet duurder is dan een electrische verlichting. Wethouder

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1939 | | pagina 292