4 April 1959 49. en Spreker vindt het thans niet meer noodig op deze zaak terug te komen. Spre ker, die het er mee eens is, dat het uitbreidingsplan in deze een hoofdrol speelt, zou thans de behandeling vallen afdoen. Wethouder Gasille wijst er op dat de raadsleden twee avonden in staat zijn gesteld om deze verordening te bespreken. De verordening is van alle kanten bekeken en alle mogelijke inlichtingen konden verstrekt worden, leze verordening is van veel voordeel bij het in exploitatie-brengen van nieuwe terreinen, en ook bij onteigening. Spreker dacht dat de heeren na de behande ling der verordening in die twee vergaderingen voldaan waren, en Spreker heeft gevraagd indien er nog eventueele bezwaren waren, deze v<5<5r 50 Maart j.1, schriftelijk in te zenden. Waar Spreker van geen der leden opmerkingen heeft ontvangen, dacht Spreker dat men accoord zou gaan met de verordening. De heer Thijssen meent dat de verordening aan duidelijkheid zou winnen wanneer deze omgewerkt werd en de zware bepalingen gewijzigd werden0 Spreker wijst er voorts op dat in deze verordening het eigendomsrecht in het gedrang wordt gebracht. Volgens deze verordening worden z.g. pest stro oken langs de wegen aangelegd, waardoor de grondeigenaren, die willen bouwen, gedupeerd worden. Het uitbreidingsplan mag in zekeren zin met deze verordening verband houden, doch deze laatste gaat zelfs nog verder. De heer Hornsveld is van oordeel, dat de heer Thijssen de zaak niet goed begrijpt. De z.g. peststrookjes langs de wegen zijn alleen bedoeld om te voor komen dat een eigenaar aan den weg gaat bouwen zonder zijn deel in de kosten van aanleg te hebben betaald. Het is in het belang van den betrokken grond- exploitant dat de z.g, peststrookjes worden aangelegd. Een ander kan dan niet gratis aan den aan te leggen weg bouwen. Wethouder Gasille constateert dat de heer Thijssen de verordening niet heeft begrepen., niettegenstaande het feit, dat deze gedurende twee avonden in bijeenkomsten van den Raad is besproken. De heer Thijssen had alle mogelij ke inlichtingen kunnen krijgen. Spreker zegt dat de z.g. peststrookjes worden ingesteld om het recht van den exploitant te versterken. Indien een ander dan de exploitant profiteert van den wegaanleg, dan moet eerstbedoelde toch ook mede betalen. De heer Zijlstra zegt dat hij aanvankelijk ook bezwaar tegen deze veror dening had. Gehoord de mededeelingen van lethouder Gasille, kan Spreker thans met de verordening accoord gaan, De heer Hom wijst er op dat volgens art,5 der Verordening de overdracht in gedeelten kan geschieden, inits ter lengte van ongeveer 100 meter aaneenge sloten, Nu is in de vorige vergadering ter sprake geweest het verzoek van den heer Smit om over te gaan tot wegaanleg ter lengte van 55 M. Wanneer thans de verordening wordt aangenomen, blijft dan het verzoek van den heer Smit bui ten verdere beschouwing of valt dia aanvrage dan onder genoemde bepaling van ongeveer 100 Meter? Wethouder Gasille zegt dat hier sprake is van ongeveer 100 Meter en dat de zaak-Smit hiermede niets heeft te maken. De heeren van de Ven en Thijssen deelen achtereenvolgens mede dat zij hunne bezwaren handhaven» De heer Hilhorst merkt op dat de heeren, niettegenstaande da omstandig heid dat deze verordening gedurende twee avonden uitvoerig is besproken, wei nig van de zaak hebben begrepen. De verordening wordt hiorna mot 11 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Thijssen en van de Ven. BOUWVERORDENING (2?e afd no-1455). Vaststelling van een besluit tot het verleenen van ontheffing van het bepaalde in art, 27s 7e lid der Bouwverordening ten behoeve van den bouw van een klooster aan de Amersfoortschestraat. Volgens

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1939 | | pagina 98