26 Augustus 1940 - 62.
meestal door geen enkel bewijs zijn gestaafd, veel onrust wekken. Zij» die
dergelijke verhalen verspreiden, stellen zich wegens beleediging bloot aan
een strafvervolging. Spreker hoopt zeer, dat al dergelijke geruchten achter
wege zullen blijven, Spreker heeft gemeend een en ander naar voren te moeten
brengen ter opheffing van misverstanden en om te trachten de rust in de ge
meente te doen terugkeeren,
RONDVRAAG,
De heer Nooder zegt dat het hem heeft verwonderd dat een politie-agent
te Soesterberg met Inspecteursbevoegdheid gepasseerd is voor bevordering.
Misschien kan deze opmerking van Spreker van invloed zijn op een volgende
benoeming. Voorts zegt Spreker dat hij een anderen bode zag toen hij de raad
zaal binnenstapte. Met het vertrek van den bode Beuzel is een stuk traditie
der gemeente Soest heengegaan. Beuzel heeft de groote stap der laatste 25 iaren
medegemaakt, en hij heeft zich aan de omstandigheden kunnen aanpassen. Er
zijn wel eens menschen onhebbelijk door hem behandeld, doch zulks was vaak
het gevolg van de orders van de Burgemeesters, die niet steeds voor alle za
ken te spreken Y/aren, Beuzel speelde zelf wel eens voor Burgemeester, maar
overigens was het een man, die men wel mocht. Spreker, die er op wijst, dat
Beuzel ook veel teleurstellingen in zijn leven heeft ondervonden, hoopt dat
het hem goed zal gaan en dat hij nog vele jaren rustig zal kunnen genieten
van zijn pensioen.
De Raad stemt met deze woorden in.
De heer Dwars vraagt of het in verband met de verduistering geen aanbe
veling- verdient om de trottoirbanden langs de wegen wit te kalken.
De Voorzitter zegt dat dit denkbeeld in overweging zal worden genomen.
De heer Dwars wijst er vervolgens op dat nu de telefoonkosten aanmerke
lijk zijn verhoogd, het zeer gewenscht is dat van gemeentewege van de tele
foon zoo zuinig mogelijk wordt gebruik gemaakt. Daarom adviseert Spreker in
alle vertrekken de aandacht te vragen voor een zoo zuinig mogelijk gebruik van
de telefoon. Voorts vraagt Spreker in welk stadium het verzoek inzake herclas
sificatie der gemeente voor de Personeele Belasting verkeert. Tenslotte zegt
Spreker van oordeel te zijn, dat van den truine-boonenoogst niets terecht
komt vanwege het vele onkruid op de betreffende gronden. Wat heeft men nu ge
had aan het toezicht der Heidemaatschappij? Heeft deze niet geadviseerd om
het onkruid te verwijderen en viel het wegnemen daarvan niet onder de kosten
van onderhoud?
De heer van den Berg wijst er op dat het voor velen een groot bezwaar
is dat de Banningstraat is afgesloten, waardoor men moet omrijden over Soest
of den Dolder, Spreker vraagt of in noodzakelijke gevallen geen bewijs van
doortocht kan worden afgegeven.
De Voorzitter zegt dat aan daarvoor in aanmerking komende personen uit
hoofde van hun beroep een bewijs van doortocht kan worden verstrekt. Men kan
daartoe een aanvrage bij Spreker indienen, die deze dan zal doorzenden.
De heer Hornsveld wijst er op dat het geluid der luchtbeschermingssirenes
veel onrust verwekt. Spreker vraagt of geen andere regeling te treffen is,
daar de sirenes eerst in werking gesteld worden, wanneer een bomaanval heeft
plaats gehad, en zulks heeft voor de bevolking dan toch geen nut meer. In an
dere gemeenten blijft het loeien der sirenes ook achterwege.
De heer van den Arend is eveneens van oordeel dat men de sirenes niet
in werking moet stellen om de bevolking ongerust te maken. Spreker vraagt of
de signalen niet omgewisseld kunnen worden, daar de jahktoon zeer irriteerend
is.
De Voorzitter zegt, de Sprekers beantwoordende, dat hij op dit oogenblik
niet nader zal ingaan op de benoeming van een adjunct-inspecteur van Politie
te Soesterberg, Spreker zegt dat hij de grootste waardeering heeft voor het
vele