73- PEBSOhEEL (1e afd.no.2075 en 4e afd.no.2l/736).
19 Juni 1941 62.,
band daarmede doen Burgemeester en Wethouders de navolgende
aanbeveling van benoembaren:
1e.- C.B.van Lankeren, Verl.Postweg 53 Soesterberg.
2e. M.Couturier, 100
Tot stemming wordt overgegaan. Uitgebracht worden 13 stem
men op den heer C.B.van Lankeren en 2 stemmen op den heer M.
Couturier, zoodat de heeï van Lankeren is benoemd.
De heeren van de Ven en Stroband fungeerden wederom als
stemopnemers
Voorstel om aan den heer J.J.Meurs ter vervanging van het
hem nog toekomende wachtgeld een uitkeering ineens te geven.
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat de heer Meurs
thans op grond van art.76 van het Ambtenarenreglement (oud)
heeft verzocht het hem nog toekomende wachtgeld over het tijd
vak 1 Mei 1941 - 30 April 1944 te vervangen door een uitkeering
ineens, ha overleg met belanghebbende is overeenstemming be
reikt ten aanzien van het bedrag dier uitkeering ,.n..l5.000,
Het wil Burgemeester en Wethouders in het financieel belang
der gemeente voorkomen, dat tot uitkeering van een bedrag in
eens, groot 5.000,=, aan den heer Meurs wordt overgegaan,
zulks ter vervanging van het hem nog toekomende wachtgeld over
genoemd tijdvak. Burgemeester en Wethouders geven daarom in over
weging dienovereenkomstig te besluiten en de daarvoor noodige
wijziging der gemeentebegrooting 1941 vast te stellen.
De heer Dwars,, die deze zaak wel wat pijnlijk vindt,, mist
in het voorstel van Burgemeester en Wethouders de redenen, waar
om de heer Meurs deze aanvrage doet. Spreker zou gaarne hierom
trent een en ander willen vernemen.
De Voorzitter zegt dat men met de redenen niets heeft te
maken. De heer Meurs heeft een aanvrage om toekenning eener
uitkeering ineens gedaan, welke gegrond is op art.76 van het
toenmaals geldende Ambtenaren-reglementl\la gepleegd overleg
is overeenstemming bereikt. Burgemeester en Wethouders zijn van
oordeel, dat een uitkeering van een bedrag ineens van ƒ.5»000,=
in het financieel belang der gemeente is. Indien het wachtgeld
zou worden doorbetaald, zou zulks 7500,=. kosten. De heer
Meurs doet in feite voor 1/3 gedeelte afstand van zijn aanspra
ken.
Het Voorzitterschap wordt hierna waargenomen door Wethou
der Gasille, aangezien de Burgemeester wordt weggeroepen.
De heer Stroband heeft den indruk, dat ter beoordeeling
dezer zaak een belangrijke factor ontbreekt. Spreker informeert
naar hetgeen de laatste twee jaren aan den betrokken wachtgel
der is uitbetaald en of door dezen soms andere inkomsten zijn
genoten, waardoor zijn wachtgeld is verminderd. De heer Meurs
doet toch blijkbaar de aanvrage om een uitkeering ineens, omdat
hij meerdere geldelijke verdiensten verwacht, welke op het be
drag van zijn wachtgeld zouden moeten worden gekort. Spreker
vraagt of beknibbeling niet mogelijk is. dat
De Voorzitter, Wethouder Gasille, zegt met uitzondering
van het laatste jaar, de administratie van den heer Meurs
steeds door een accountant werd nagegaan. De heer Meurs betaal
de aanvankelijk van zijn genoten inkomsten aan de gemeente niets
terug, doch later is daarin eenige verandering gekomen, Het
laatste jaar kwamen een paar minder juiste bedragen in zijn
boekhouding
-