2. De Minister meent, dat dergelijke subsidies ni^t-verleend kunnen worden aan noodlijdende gemeenten. De Heer Kruijff: Ik heb niet gelezen, dat deae- -brief speciaal aan het Departement is voorgelegd. De Voorzitters Dit besluit van den Raad is wel degelijk in Den Iiaag geweest. De Heer Kruijff: Zijn >3.en j. van plan zich bij deze beslissing neer te leggen. De Voorzitter: Br zal niets anders opzitten. De Heer Hooder:Ik las gisteren in de courant dat door de Overheid een bedrag van f7000,== is uitgetrokken voor dilletantjeugdconcerten. Misschien is de mogelijkheid nu omgeslagen, zoodat het nu niet meer uitgesloten is? De Voorzitter: Dan zou ik dit weer in behandeling wil len brengen bij de begrooting, De Heer Hooder: Dat is een heele lijdensweg waar geen eind aan is. De Voorzitter: Dat duurt een heel tijdje. De Heer van de Ven: Kan de Raad niet verwijzen naar hetgeen de heer Hoeder voorleest? Kan dat misschien een motief zijn, om het er toch door te krijgen? De Voorzitter, formeel is de Raad bevoegd, om in be roep te gaan bij de Kroon. Ik heb echter alleen aan willen toonen, dat de zaak niet veel kans heeft. De heer van de Ven: Ik ben/eenige geweest, die er ^de tegen was. Ik was niet bekend met den post, die de Regee ring uitgetrokken heeft, trek mijn amendement in en stel voor, dat wij ons beroepen op hetgeen is vastgelegd. De Voorzitter: Ik zou willen voorstellen, dat niet B. en W., doch de Raad in beroep gaat. De heer Rruijff: Dat is inderdaad zeer juist. De Voorzitter: De mogelijkheid bestaat formeel, doch ik wil waarschuwen, oei er geen al te groote verwachtingen van te hebben. De Heer 'Nooder: Zou het uit practische overweging niet beter zijn,dat het ingedj.end wordt bij den Minister van On derwijsKunsten en wetenschappen. De Voorzitter: Heen, mijnheer Hooder, dit kan uitslui tend door het -ministerie van Binnenlandsche Zaken behandeld worden. De Heer Hooder: Dit is ook meer bedoeld als een anecdote De Voorzitter: U handhaaft dus Uw voorstel mijnheer Kruijff De Heer Hilhorst: Vindt U het belangrijk genoeg, om daarvoor in beroep te gaan? Zouden er misschien binnenkort niet belangrijker zaken zijn? Acht het wel belangrijk genoeg? De Heer de Haan: Ik zou er op willen wijzen, dat hét niet gaat om de knikkers, maar om het spel, Het gaat er hier om, dat de autonomie wordt aangetast. Het gaat om het principe Mevrouw Landwcer-de Visser: Zou het eigenlijk niet be ter zijn, oto het op de begrooting te brengen als een nieuwe post? Ik heb het idee, dat wij daarmee meer succes hebben dan wanneer we in beroep gaan. De Heer Hom: Ik ben het met Mevr.landweer-de Visser vol komen eens. De Voorzitter: Ik zou een tusschenvoorstel willen doen, 3,en "".zouden een brief kunnen schrijven aan den Minister door tusschenkomst van de Credeputeerde Staten,zoodat er - opnieuw - 4 I

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1945 | | pagina 106