Edelachtbaar*^
13 Juni 1946--w
6en Burgemeester, zoo is er een tweede niet te vinden. Dit is
niet om U in de .oogte te steken. Toen ons HoLLandsohe leger
in strijd was, zie ik net nog, dat U het raam opschoof, om e®n
jongen, die de Dui.tsc.hers toejuichte, toe te roepen dat hij dat
na moest laten. Toen zag ik., dat U begon te werken. In Uw on
derduiktijd was er nog contact, wij kregen toch nog advies. Dit
is niet onder woorden te brengen, Ik dank U in het bijzonder
voor het voorbeeld in den moeilijken tijd. Het verheugt ons, dat
U voor ons gestreden hebt naast de Koningin, Deze heerlijke ge
dachte, Burgemeesterverheugt c-ns ten zeerste. Met Uw feeste
lijke intocht hebben wij daarvan getuigenis afgelegd. V/ij zijn er
verheugd om, dat U een prachtige promotie hebt gemaakt. Wie
ook Uw zetel zal innemen, wij zullen wederom Soest blijven die
nen, zooals wij dat steeds hebben gedaan.
De Voorzitter zegt tot sioti
Ik had niet verwacht, dat zoovelen Uwer het woord tot mij
zouden richten. Hetgeen U tot mij hebt gezegd, heeft mij diep
geroerd. Het is gewoonte iets goeds te zeggen tot iemand voor-
dat hij weggaat, want het zou niet plezierig zijn, zijn fouten
naar voren te halen0
Ik heb gevoeld dat IJ werkelijke gevoelens van sympathie tot
uitdrukking hebt willen brengen. Het is mij niet mogelijk U allen,
individueel te beantwoorden. Ik wil U danken voor hetgeen
tot mij hebt gezegd. In sommige gevallen hebt gij dingen naar
voren gehaald, die ik zelf vergeten had, Daaruit blijkt mij;>. dat
U mij inderdaad hebt gevolgd in mijn loopbaan in Soest en dat XT
spreekt in de overtuiging van mijn hart. Dat is hetgeen wat mij
geroerd heeft en waarvoor ik zoo dankbaar ben.
Een punt is echter de vraag van den heer HiLhorst;
hij nu werkelijk zooveel om Soest gegeven, dat hij wegQaat? Ik
geloof dat een landbouwer anders tegenover deze dingen staat#
Het is bij mij zoo, dat het onbekende en het nieuwe dikwijls
maar als het oogenblik gekomen is,dat men daar naar toe gaat*
dan is het afscheidnemen moeilijk. Het is ontzettend moeilijk OU
afscheid te nemen van alles wat mij dierbaar is. Sinds ik zek.9*
wist, dat mijn benoeming was afgekomen in Apeldoorn en ik ging
door de gemeente, dan kwamen telkens de gedachten op "dat zal
ik binnenkort niet meer zien". En als ik dan een groet kon
wisselen met een bekende, dan was het telkens weer een moe
heid, want allen waar ik zoo prachtig mee heb kunnen samenwet*»
ken, zal ik binnenkort missen. Het heeft geen zin om daarover
te treuren. Ik moet afscheid nemen van dezen raad, waarmede <3*
band sinds kort is gelegd. Vooral heb ik hartelijkheid en gXOO«»
te vriendschap kunnen vinden. Deze dag en ook die van morgen
zullen moeilijk zijn, zij zullen mij lang in herinnering blijven. IX
hoop, dat U allen in het belang van deze gemeente werkzaam aul1!
blijven, en dat de gemeente Soest onder Uw leiding en onder de
leiding van dengene, die mij opvolgt, een goede toekomst tege
moet zal gaan.
De ontwikkeling van Soest zal ik blijven volgen en ik aal
mij steeds blijven verheugen over de groei en bloei van de ge
meente. Ik dank U voor Uw hartelijkheid en wanneer het lot U &t
mijn richting voert, dan hoop ik U in Apeldoorn te ontvangen#
zooals ik U in Soest ontvangen heb. Ik hoop, dat de band ncr0i>$
verbroken wordt, maar in de toekomst nog verstevigd zal
HlDe Voorzitter zegt vervolgens nog dat is ingekomen een
schrijven van den heer Nooder aan den Raad luidende als volgfcji