108 1.P8 Hooggeachte Ambt genoot Wanneer ik Lier een eiikml woord spraea, oan ie het aio vertegenwoordiger van een Kring "Oost-Utrecht" van Burgemees ters on U in dien Kring welkom ta neeten» Let ie voor mij eenigszins vreemd om in deze Laad s zaal, waaraan ik zoovele herinneringen neb, op een andere wijze te spreken oan ik het vroeger <56daan neemaar ik wil zeggen, dat wij er ons bijzonder over verheugen, dat &;j van net w est en naar het oosten zijt gekomen en voortaan deel zult uitmaken van den Kring "Oost-utrechtvan Burgemeesters. Jen Kring van Burgémesstars it wel niet zoo buitengewoon belangrijk, maar in go la<-.tscs jaren, in de ooriogsjaren, m die moeilijke jaren, nebben wij toch gevoeld welk een voorrecht het is, on derling contact te Lebben en over de moeilijkheden, waarvoor wij stonden, onderling van gedachten te kunnen wisselen. Hooggeachte ambtgenoot, ik wens oh U van harte geluk met uwe benoeming. Ik roep U een woord van welkom toe in onzen Kring en spreek de hoop uit, dat de verhouding zooals die ...1" tijd geweest is tuseoheu. de Burgemeesters oncerling en die 110 0 i 0 anders dan aangenaam en pret tig is geweest, oom in de toekomst en wanneer U van den Kring deel uitmaakt, zal voort duren. Ik twijfel daar geen oogenblik aan en ik wensen U to_, dat Gij vele goede jaren hier in ce gemeente Soest zult mogen doorbrengen. (Applaus). 13e heer 0H0H3EUISBurgemeester van Zuilen, spreekt daarop als volgt; Mijnheer de Voorzitter! Ik geloof, dat net wel in aansluiting is aan de woorden van oen heer Be Beaufort gesproken, wanneer ik namens den Kring van Burgemeesters "Vecht- en ïlassengebied thans een woord van afscheid tot U ricat. Ik sluit mij aan bij hetgeen door den heer de Beaufort is gezegdBe collegiale verhouding in onzen Kring was niet alleen zeer aangenaam, er gr. ,g ook een stimuleerande kracht van uit, vooral in de laatste jaren. On getwijfeld hebben wij in den Kring "Vecht- en Plassengebied ;t in U, mijnheer Bantinck, een jongen collega gehad, van wien wij loei steun hebben ondervonden, U weet net wels de ouderen moes- een de jongeren wel eens tot voorzichtigheid aanmanen en ik geloof achteraf wel te mogen zeggen; Burgemeester Bantinck was de man, die net meeste vermaning tot voorzichtigheid noodig heeft gehad, lot hem hebben wij wel eens moeten zeggen; Kerel, lijk uit, loop niet met den kop tegen den muur! Maar dat is, ook voor de ouderen, juist zoo goed geweest, omdat wij daardoor net juiste evenwicht nebben weten te vinden. Met weemoed zien wij U uit onzen Kring vertrekken. Wij heb ben in de jaren die acjter ons liggen elkander zoo veel mogelijk dwars gezeten, omdat wij wisten, dat men, zooals de Schrift het zegt, ijzer met ijzer moeten scherpen. Bn ik geloof te mogen zeggen, dat wij er in geslaagd zijn elicander tot zegen te strek ken door elkander zoo veel mogelijk dwars te zitten! Haar wij deden dat in een zeer vriendschappelijk verband en zoodanig, dat na de vergadering van de dwarszitterij niets, maar oan ook niets bleef zitten. Bat lag in onzalige est van vertrouwen. Wij erkenden elkander en wij vertrouwden elkander. Let doet mij genoegen, dat de Kring mg gelegenheid ksef't gegeven U op dezen ochtend namens" al zijn leden dank te zeggen voor de prettig., wijze,* waarop U in ons midden hebt verkeerd, en ik m-- en niet te veel te vragen, wanneer ik- U verzoek, ook in

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1945 | | pagina 232