27 December 194^ 18,
rattenplaag te "bestrijden,
Op grond van deze overwegingen stelt spreker voor de be
lasting op bedrijfshonden bij een inkomen lager dan /.1500,=
te handhaven op bij hoogere inkomens op /.3,= en van
den tweeden en iederen volgenden bedrijfshond .5,= te hef
fen.
De wethouder van den AREND wijst er den heer Burgwal
op, dat het niet mogelijk is, de belasting op bedrijfshon-
aen, welke belasting thans «3,= bedraagt, te bepalen,op
ƒ,2,50, aangezien de minister van Binnenlandsche Zaken uit
drukkelijk heeft voorgeschreven, dat de gemeente niet mag
gaan beneden de bedragen, welke thans reeds worden geheven.
Eet inaohtnemen van een inkomengrens is praotisch niet
mogelijk doorda"; de meeste mensohen geen aanslagbiljet in
de inkomstenbelasting ontvangen, doch loonbelasting betalen.
Het is dientengevolge zeer moeilijk na te gaan, wie beneden
een bepaalde inkomengrens blijven.
Ook spreker voelt wel, dat een verhoogde belasting
voor den tweeden en voor volgende honden zekere bezwaren
inhoudt, maar wanneer een gemeente als Den Haag voor den
eersten hond een belasting heeft van .26,= en voor de volgen
de honden van ƒ,52, dan is toch wel duidelijk, dat de hier
voorgestelde bedragen van resp, /.10,= en j» 20,= niet over
dreven zijn.
Men kan allerlei gevoeligheden en bezwaren naar voren
brengen, maar ten slotte is het houden van een hond toch
een luxe en wie zich deze luxe veroorlooft, dient dan ook
te betalen»
Yoor het betoog van den heer Hilhorst inzake de be-
drijfshonden kan spreker wel iets voelen, maar tegenover een
verhooging van de belasting op luxehonden van 6,= tot
r 10,= is het alleszins billijk de belasting op de bedrijfs-
honden van /.3,= te verhoogen tot j 5
De heer A.P.HILHORS'i'i Tenzij U mijn argumenten erkent,
ook in verband met de volksgezondheid.
De wethouder van den aREND is van de beteekenis dier
argumenten ten volle overtuigd, maar het verschil tusschen
10,= en j,3,= is absoluut te groot, want daardoor zou het
aantal bedrijfshonden aanmerkelijk toenemen. Bij een zoo groot
verschil zal namelijk iedereen zijn hond als bedrijfshond be
schouwd willen zien. De controle zou dan uitermate scherp
moeten zijn en daardoor zeer veel geld gaan kosten. Om de
controle zoo soher mogelijk te kunnen houden, is het van
belang het verschil in belasting voor luxehonden en be~
drijf shonden zoo gering mogelijk te doen zijn.
Gezien de bijzondere eischen, welke de minister aan
noodlijdende gemeenten stelt, dringt spreker krachtig aan
op aanvaarding van het voorstel zooals het door B.en W. is
ingediend
Mevrouw POLET-Musler heeft ernstige bezwaren tegen in
voering van een handenpenning» In huis laat men de honden
niet met een halsband loopen, maar wanneer zij dan via den
ruin de straat oploopen, kunuen zij gepakt worden.
De wethouder van den AREND acht den penning de eenig
mogelijke controle. Iedere hond zonder penning zal in beslag
genomen en naar de gasinrichting *-• e;gebracht, omdat hij
zich onrechtmatig op straat bevindt.