28 Mei 1947 63. e. Mededeling van B.en betreffende opmerkingen van de heer Nood er over de raadsnotulen van 28 Februari 1347. d. Schrijven van het College van Gedeputeerde Staten in de provincie Utrecht van 20 Mei 1947, waarbij wordt toegezon den de door genoemd College goedgekeurde overeenkomst tussen de gemeenten Soest en Baarn inzake gaslevering'. Be punten c« en dworden aangenomen voor kennisgeving. 61.Opmaken van een voordracht ter benoeming van een lid van de Raad van Commissarissen der N.V.Centrale Slachtplaats wegens periodieke aftreding van ce heer J.H.Hom (afd.I, nr.1609). Be VOORZITTER verzoekt de heren Nooder en Tolman met hem het stembureau te vormen. Uitgebracht worden 17 stemmen op elk van de heren Hom, Borresteijn en Burgwal en 1 stem op elk van de heren A.P.Hil- horst, Ooms en R.Hilhorst, zodat de voordracht als volgt is opgemaakt 1JHHom j 2. T.Borresteijn; 3. G.Burgwal, Be heer A.P.HILHOEST vraagt af, nu de N.V.los van de ge meente staat, het nog wel nodig is van gemeentewege commissa rissen te benoemen. Be VOORZITTER zegt, dat de benoeming geschiedt krachtens de overeenkomst tussen de gemeente en de^N.V. Beze overeen komst was oorspronkelijk niet van financiële aard en zo lang zij van kracht is, moet zij worden uitgevoerd. Be SECRETARIS merkt op, dat niet het financiële, maar dat de belangen van de volksgezondheid het primaire der over eenkomst hebben uitgemaakt. 62.Benoeming van een onderwijzer aan de openbare school voor u.l.o. (afd.I,nr.1760) Uitgebracht worden 18 stemmen, waarvan 17 op de heer Chr.de Vries en 1 op de heer R.Jofriet, zodat de heer de Vries is benoemd. Mevrouw LANDWEnR-de Visser acht het een groot bezwaar, dat de leden van de Raad eigenlijk niets afweten van de on derwijzers, die zij benoemen. Be benoeming door de Raad wordt daardoor een blote formaliteit» De VOORZITTER wijst er op, dat aan de Raad toch worden voorgelegd de sollicitatiestukken en het met redenen omklede advies van de inspecteur en van het hoofd der school. Mevrouw BUNGENER-Odinot vraagt, of het niet mogelijk is de voordrachten tot benoeming van onderwijzend personeel in de onderwijscommissie te behandelen. Mevrouw LANDWEER-de Visser heeft vernomen, dat het raadsleden niet is toegestaan lessen van sollicitanten bij te wonen. Vroeger echter werden de raadsleden door de sollicitan ten bezocht en kon men persoonlijk kennis met hen maken. Mevrouw POLET-Musler wijst op het grote belang van het oordeel van vakmensen, dat aan de Raad wordt voorgelegd. Be meeste raadsleden gaan af op hun persoonlijke indrukken, maar iemand, die een prettige indruk maakt, behoeft nog geen goed onderwijzer te zijn. Be wethouder de HAAN wijst er op, dat onder de sollici tanten allereerst een schifting wordt gemaakt door het hoofd van de school in overleg met de inspecteur en met de wethouder. De inspecteur of het hoofd beoordelen de candidaten in hun eigen omgeving. Bij het geven van proeflessen voelen de jonge-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1947 | | pagina 158