18 Maart 1947 26. staande uit vrouwen van verschillende vereenigingen, vooral van huisvrouwen, die op grond van de teekeningen "belangrijke practische aanwijzingen zouden kunnen geven. De heer HOM zou, indien beide niet mogelijk is, aan een kelder de voorkeur geven boven een douchecel. De wethouder VAN ZADELHOF? merkt op, dat de verschillende sprekers al te zeer uit het bog hebben verloren, dat de gemeen te gebonden is aan een bedrag van ƒ,35,- per m3Nu gaat het er om met dit bedrag het grootst mogelijke nuttige effect te bereiken. De een geeft de voorkeur aan een kelder boven een douchecel; anderen, en ook spreker, achten een douchecel be langrijker dan een keldertje. Deze standpunten zijn niet te overbruggen. Het maken van een tweede aansluiting voor een vaste wasch- tafel wil spreker gaarne toezeggen. Een bezwaar is alleen, dat tegen den wand, waaraan deze tweede waschtafel moet komen, het bed is geprojecteerd, waarvoor deze wand de meest geëigende plaats is. Het aanbrengen van glazen pannen of van een dakvenstertje zal met den architect besproken worden. Vooral het laatste is een quaestie van geld. Kelders kunnen alleen worden gemaakt, wanneer de aanbeste ding meevalt? anders zal met een verdiepte kelderkast volstaan moeten worden. De heer Nooder heeft zich scherp uitgedrukt door te zeggen, dat op gemeentewerken verschillende menschen met de duimen zit ten te draaien. Een dergelijke uitlating zou spreker niet gaarne voor zijn verantwoording nemen. Zijn ervaring is juist, dat op allerlei zaken van gemeentewerken wordt gewacht. De reorganisa tie van dezen dienst is goedgekeurd, maar er is nog steeds geen ambtenaar bij. Zoodra de vorst uit den grond is, zal er begonnen moeten worden met de Koninginnelaan, de Steenhoffstraat en de verbouwing van het raadhuis. Een ambtenaar van gemeentewerken zou niet gedurende een half jaar den geheelen dag gemist kunnen worden. De heer KRUIJFF merkt op, dat de toestemming van Den Haag tot het aanstellen van een ambtenaar toch iederen dag kan afko men De wethouder VAN ZADELHOFF zegtdat men ook dan nog niet direct een ambtenaar heeft. Bovendien bestaan er nog heel ande re plannen. De heer VAN DEN AREND, wethouder, wijst op de usance in den burgerlijken woningbouw om aan den architect ook het toezicht op te dragen. Dit is ook logisch, omdat de architect naast den aannemer de verantwoordelijke man is, die ervoor moet zorgen, dat alles wordt opgeleverd zooals het bestek het voorschrijft. Daarom acht spreker het uit den booze het toezicht aan een an der op te dragen. De heer A.P.HILHORST zegt, dat het toezicht niet altijd aan den architect wordt opgedragen. De wethouder VAN DEN AREND zegt, dat dit toch meestentijds wel gebeurt en bij dezen bouw zal dat zeker van belang zijn. De architect is tot- in de finesses van alles op de hoogte en zal het toezicht beter kunnen uitoefenen dan een ambtenaar, al is deze ook nog zoo ter zake kundig. De gemeente mag dit jaar 30 woningen bouwen, maar ieder kwartaal moet een zeker aantal worden aanbesteed. De inspecteur

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1947 | | pagina 84