Geheime vergadering van de Raad der gemeente Soest gehou
den op 13 October 1948.
Voorzitters Mr.S.P.Baron Bentinck.
Secretaris: J.G.A.Batenburg.
Tegenwoordig de leden van de Raad voorkomende op de presen
tielijst van de openbare vergadering van heden.
Ten verzoeke van de heer A.P.Hilhorst gaat de Raad, tijdens
de behandeling van punt 16e. der raadsagenda van heden, luiden
de: Intrekking verpachting grond aan J.W.Adams en tot opnieuw
verpachting van deze grond aan J.van Eijden, in geheime zitting
over.
Se,heer A.P.HILHORST zegt het van belang te hebben geacht
de Voorzitter te verzoeken in geheime zitting te willen overgaan.
Spreker begint met in herinnering te brengen, dat bij de behande
ling van het uitbreidingsplan een indeling is gemaakt van ae
grootte der agrarische bedrijven. Aan de Wieksloot heeft zich een
geval voorgedaan, dat wegens gemis aan 1 H.A. grond een bouwver
gunning moest worden geweigerd en aanleiding heeft gegeven tot
procedures. Later is in dit geval nog een oplossing gevonden.
De Raad heeft nu een besluit te nemen over het al of niet
toestaan van onderverhuur van een perceel weiland, pachter Adams.
Dit perceel ligt in een gebied, waarin de agrarische bedrijven
minstens 8 H.A. groot moeten zijn. Nu wordt bij aanneming van het
voorstel van B.en W. het oude recht van de gewezen pachter weer
ingeschakeld, die ƒ.3.000,= in zijn zak steekt. Het is spreker
bekend, dat de nieuwe pachter dit bedrag betaald heeft. Als de
Raad het voorstel verwerpt is de jonge man als pachter de dupe.
Spreker is bij hem geweest doch heeft niet de indruk, dat de nieu>
we pachter begrijpt dat hij er tussen genomen is.
Wethouder van ZADELHOF? zegt, dat de heer Hilhorst weet,
dat de zaak anders gelopen is dan de indruk die zijn woorden gever,
Eerst is de agrarische commissie uit de Raad gehoord. De commis
sie heeft zien verzet op grond van het uitbreidingsplan. Dit
plan heeft met deze zaak niets te maken, aangezien het nu gaat
over verpachten en niet over bouwen. B.en W. hebben zich laten
voorlichten door de Grondkamer, die de raad gaf de onderverhuur
te laten vaststellen door de Raad en niet door B.en W. Als de
Raad beslist, heeft de nieuvse pachter geen enkel recht op ver
lenging van pacht.
In B.en W. is de vraag gesteld of de grond niet aan Adams
gegeven zou worden, maar B.en W. hebben zich niet willen binden.
Aan de koper is toen geschreven, dat hij geen enkel recht na 1950
kan doen gelden. Spreker is persoonlijk nog verder gegaan en
heeft de koper de vraag gesteld, waarom hij 7.000,= in plaats
van 3*000,= betaalt, of is hierbij sprake van een bedrijfsver-
gunning. Dit had geen resultaat, waarop werd afgesproken, dat
hij in de agrarische commissie zou komen. In de commissie is hij
echter niet verschenen. De man is dus ernstig gewaarschuwd en
als hij niet aan de verkoper gebonden was zou het voorstel van
B.en W. niet moeten worden aangenomen.
De heer CLEMENS vindt het zuur voor de man en vraagt of de
koop niet doorgaat, wanneer het besluit niet door de Raad be
krachtigd wordt.
Mevrouw POLET-Musler stelt twee vragen:
1e. Zijn B.en W. niet te ver gegaan?
2. Hoe moet de Raad handelen in het belang van de man.