- 3 - De VOORZITTER neemt de gedachte van de heer Kruijff over en stelt de vraag of de raad voor een Cultureel Centrum voelt. De heer SCHAAFSMA zegt, dat wanneer de raad zich uitspreekt voor een Cultureel Centrum, ze dan nog niet de erfenis van het comité aanvaardt. De ere d iet aanvrage blijft een noodlottig gevolg van verkeerde opzet. De VOORZITTER beaamt, dat de zaak is scheef gegroeid, die nu recht gezet moet worden. Wenst men dus een Cultureel Centrum? De heer A.P.HILHQRST zegt, dat Soest behoefte heeft aan de inrichting, maar de wijze van voorbereiding is niet juist geweest. Ha enige bespreking wordt goedgevonden de credietaanvrage in de openbare vergadering te behandelen. De heer BURGWAL verzoekt B.en W. in den vervolge de geheim houding, aan de raadsleden opgelegd, op te heffen wanneer het geen zin meer heeft. Inzake sportveld is dit gebleken n.1. uit publicaties in de pers. Het college is het met de heer Burgwal eens en zal dienover eenkomstig handelen. De heer NOODER verzoekt de Burgemeester als noofd der Politi meer toezicht op de bezittingen der gemeente en particulieren. De vernielingen zijn verschrikkelijk, gezien het openluchttheater. De VOORZITTER zegt, dat het goed is de vingers te leggen op de plaats van de wond, n.1. de treurige mentaliteit van de jonge ren en ouderen ten opzichte van eens anders goed en natuur. Het is nodig deze mensen een goed begrip bij te brengen. De politie heeft daarin een taak en moet streng optreden. Het politiecorps is voor de uitgestrekte gemeente te klein. Slechts 4 man is in dienst op straat en de politie staat daarom voor een zware taak. Spreker is het er mee eens, dat vernielingen met alle middelen moeten worden tegengegaan. Hij zal een en ander nogmaals met de Hoofdinspecteur bespreken. Hevrouw POIST-Musler merkt op, dat de sprekers noemen de jeugd en opgroeienden, maar vernielingen gebeuren dikwijls door grotere mensen. Hierna wordt deze vergadering gesloten. De Secretaris, De Voorzitter, TypjT.v.d.W Co11:Sec./

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1948 | | pagina 12