4.
De wethouder VAN ZADELHODE gaat daarop over tot bespre
king van het binnenterrein tussen de Van Lenneplaan, de Hart-
weg, de Henriëtte Blaeekweg en de Birktstraat. De commissie
voor het grondbedrijf heeft verzocht met de heer Van Embden de
mogelijkheid te onderzoeken tot het bouwen van huizen met een
grotere goothoogte, welke hoogte op het ogenblik 5«50 meter
bedraagt, dus van huizen met een verdieping. Naar het oordeel
van de commissie voor het grondbedrijf en ook van B. en W. zal
men met de bouw een beetje de hoogte in moeten, aangezien de
aanleg en de exploitatie van deze plannen zo moeilijk wordt. De
wegen kosten zoveel geld, dat het niet meer doenlijk is laag te
bouwen. Het is mogelijk dat de heer Van Embden aesthetische
bezwaren heeft.
5n
De heer VAN Y/ELY zegt, dat bij de Van Lenneplaan een
binnenterrein ligt, dat helemaal van bebouwing is uitgescha-
keld. Zou het niet aanbevelenswaardig zijn dat open terrein
er bij te voegen? Het sluit er zich geheel bij aan.
De wethouder VAN ZADELHOEE zegt, dat het bewust als
binnenterrein zo is gelaten, waardoor de mogelijkheid bestaat
het als speelterrein of voor iets anders te gebruiken. Maar
wordt het in beslag genomen, dan komt het ook op de exploitatie
van dit terrein en wordt het zeker te duur. De exploitatie-
cijfers zijn spreker nog niet bekend.
De heer OOMS merkt op, dat betreffende de Van lenneplaan
wordt voorgesteld in voortuinen met een diepte van niet meer
dan 5 meter niet het maken van een erker toe te staan. Spreker
vraagt, of dit op grond van aesthetische overwegingen wordt
voorgesteld of dat men bepaalde moeilijkheden verwacht, wanneer
het wel gebeurt.