kent twee regelingen: een voor de "bebouwde kom en een
voor uitbreidingsplannen. Juridisch-administratief zit
de zaak bijzonder ongelukkig in elkander. Aanvankelijk
is in de Woningwet een regeling voor uitbreidingsplan
nen gemaakt en toen in de practijk het maken van een
soortgelijke regeling voor bebouwde kommen noodzakelijk
bleek, heeft men artikel 43 ingelast, waarin staat,
dat soortgelijke regelingen ook voor bebouwde kommen
kunnen worden vastgesteld. De zaak is echter niet vol
ledig geregeld. Er zijn, administratief-juridisch, aller
lei scherpe kanten aan geslepen. Op het moment, dat
het plan zou worden aangeboden, is het zoveelste K.B.
uitgekomen, dat inging tegen een groot aantal vorige
K.B.'s over hetzelfde punt en waardoor deze juridische
figuur, deze „regeling voor de bebouwde kom", practisch
niet meer bruikbaar was, omdat daarbij bij voorbeeld de
op de kaart rood omrande strook niet kon worden opge
nomen. Het heeft enorme opschudding in de bouwkundige
wereld veroorzaakt. Er zijn veel conferenties ter Griffie
geweest en na lang praten is vastgesteld, dat de meeste
kans op slagen zou worden verkregen, indien het begrip
„bebouwde kom" achterwege werd gelaten. Met instemming
van de Griffie en van de Commissie voor Uitbreidings
plannen is besloten de vorm te kiezen van een uitbrei
dingsplan. Dit is niet zo vreemd, omdat het gedeelte,
waarvoor dit uitbreidingsplan is gemaakt, nauwelijks
meer het karakter van bebouwde kom heeft dan andere
grote delen van de gemeente Soest, zoals Soest-Zuid,
de wijk op het Hart en Soestduinen, die minstens zo be
bouwd zijn als het gedeelte, waarom het hier gaat. Er
is een klein risico genomen door deze zaak juridisch
van figuur te veranderen en ze op een ander artikel
van de wet te baseren dan tot dusverre en spreker kan
niet met honderd procent zekerheid garanderen, dat het
plan veilig zijn weg door alle instanties zal vinden,