Geheime vergadering van de Haad der gemeente Soest, gehouden op 28 Mei 1948. Voorzitter: Mr.S.P.Baron Bentinck. Secretaris: J.G.A.Batenburg. De VOORZITTER zegt met de raad overleg te willen plegen om trent ae feestelijke herdenking van het 25-jarig bestaan van de Vereniging Vrijwillige Brandweer Soest. De burgerij zal het mogelijk maken, dat deze herdenking feestelijk kan worden gevierd en dat namens de burgerij een cadeau zal worden aangeboden. Gedacht is aan een zendapparaat op ce brandweerauto, doch de uitvoering van dit plan stuit op moeilijkheden. Bij de vereniging bestaat de grote wens het brandweerpersoneel als corps te uniformeren. Zij hadden een uniform, doch dit is tijdens de oorlog verloren gegaan. Hier voor is een bedrag van ƒ.3.000,= nodig en nu is het nog niet ze ker of dit bedrag bereikt zal worden door inzameling. De vereni ging is vermoedelijk in staat dit bedrag renteloos te lenen, maar dan zal het kapitaal toch moeten worden afgelost. Daarvoor is enige zekerheid nodig, die zo te regelen zou zijn, door op de be groting enige jaren een post voor uniformen uit te trekken. Spre ker doet het voorstel op deze wijze van gemeentewege in de finan ciering bij te dragen. De heer NOODER vinat de bijdrage van de gemeente schriel door er op te wijzen, dat het buitenmodel uniformen zuilen zijn. Den heer Clements, vragende hoe het zal gaan met het a.s. jubileum der vereniging Soesterberg, antwoordt de VOORZITTER, nog niet te weten wat aldaar leeft. In Soest gaat het om een aanvulling van hetgeen is ingezameld. De heer A.P.HILHORST vindt het voorstel heel mooi en wijst op de verdiensten van het actieve brancweer-corpsHij kan zich met de idee verenigen. De heer OOMS zegt er anders over te denken. Ten tijde der Duitse bezetting is er gevochten, dat we geen nummer zouden wor den. Iiitler dacht er anders over. Spreker ziet geen belang in een uniform en in geen enkel uniform. Als het moet zijn om te pa raderen moet de Raad daar niet voor zijn. Laten we, zegt spreker, individuen blijven en geen massa. De VOORZITTER zegt dat uniform kameraadschap en organisatie toont. Als wij rusten, gaan de brandweerlieden in geval van btand er uit en trotseren alle gevaren. Het is nodig onder deze mensen kameraadschap aan te kweken. Mevrouw LANDWEER-de Visser is van mening, dat men individu en uniform moet weten te scheiden. Ieder persoon blijft individu, doch gezamenlijk vormen zij de brandweer. Mevrouw POLET-Musler is het in grote trekken met de heer Ooms eens. Er bestaat een zucht naar uniform voor show. Dit is als groep op te vangen en dan is er mineer bezwaar tegen. Overi gens is spreekster het over al hetgeen de Voorzitter gezegd heeft eens. Mevrouw BUNGENER-Qdinot wil de waardering doen blijken bij verrassing. De heer KRUDFF bedoelt hetzelfde als mevrouw Bungener en wil het bedrag limiteren b.v. 1.000,= a ƒ.1.250,=. De heer TOLMAN zegt, dat de brandweer prachtig werk heeft verricht zonder uniform en vindt het in deze tijd onverantwoorde lijk om aan de kinderlijke ijdelheia te voldoen, heldhaftig zijn de manschappen, maar we verleiden ze door een uniform.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1948 | | pagina 8