11.
loopt met de straatweg.
De heer KUIPER: Dan heb ik U niet begrepen.
De heer VAD NOESEL wijst een plaats aan waar een weg
geprojecteerd is geweest, maar alle bewoners van de
Amersfoortse straatweg maakten bezwaar tegen die weg.
Het grote aantal ingebrachte bezwaarschriften is oorzaak
geweest, dat die weg weer vervallen is. De heer VanWEs
zeide: Als de bewoners er geen prijs op stellen, doe ik
het liever niet. Alles is vermeden wat zweemt naar
achterliggende bebouwing. De parallelweg heeft alleen
bestaan in ontwerp.
De heer NOODER: Maar de heer De Ko^f heeft er toch
aan kunnen bouwen. c
De heer VAD KOESEL; Dat wil zeggen: de heer VanMEs
heeft kunnen verklaren, dat het niet in strijd was met
het uitbreidingsplan in voorbereiding.
De heer ROODER: Nu, dan vervalt dat punt.
De heer KUIPER komt nu tot de vraag van de heer
Schaafsma, of er niet meer gebouwd kan worden. Het des
betreffende gedeelte valt in het Plan-in-hoofdzaak.
De heer SCHAAESMA: Neen, neen, wij zijn een heel stuk
van de spoorbaan vandaan en het Plan-in-hoofdzaak gaat
niet verder dan de spoorbaan.