- 22 april 1959 - 50. De wethouder VAN ZABËDHOFF merkt op, dat de heide laat ste sprekers de situatie ter plaatse weinig hebben begrepen. Achter vijf van de zeven gemeentewoningen ligt een achterpad. Dit blijft er gewoon liggen. Tussen dit pad en de grond van de heer van Doorn ligt een strook grond, die door de gemeente zou worden ingeplant. De gemeente heeft dit indertijd gedaan, omdat de omgeving van het huis van de heer van Doorn er toen niet zo florissant uit zag. Op het ogenblik is dit overigens totaal veranderd en ziet het er daar keurig uit. Door het onderhavige voorstel blijft de situatie van het achterpad dus precies dezelfde. Alleen zouden de eerste woningen van de Bet je Wolfflaan 1 m tuin moeten missen. Spreker kan echter niet anders dan mevrouw Polet toegeven, dat deze ene meter niet kan worden verkocht. Deze grond is niet wederrechtelijk bij de tuinen getrokken. Spreker moet deze salto maken, omdat hij hierop is gewezen door de direc teur van gemeentewerken, die weer is benaderd door mevrouw Polet. Ook de vorige keer heeft men hier niet aan gedacht. De wederindiening van dit voorstel is het gevolg van het feit, dat de heer van Doorn thans wel bereid is het hekwerk op eigen kosten 1 m te verzetten. De tweede reden is, dat de strook naast het pad, welke strook de gemeente moet in planten, haar maar geld zou kosten. Daar de situatie bij het huis van de heer van Doorn thans keurig is, is er geen aan leiding daarnaast een plantsoentje aan te leggen. Gezien het volkomen terecht door mevrouw Polet ge maakte bezwaar, stelt spreker voor alleen de strook naast het pad en achter het huis van de heer van Doorn te ver kopen. Verder kan de gemeente niet gaan. De heer HIDHORST wijst er op, dat het niet zo is, dat de heer van Doorn bij de gemeente is gekomen om deze grond te kopen. Er blijft ter plaatse over een stuk niemandsland wat betreft het gebruik. De heer van Doorn voelde wel iets voor het kopen van deze grond, wanthij is tot zijn erfafscheiding volgebouwd. B&W hebben toen een voorlopige overeenkomst uit gewerkt, die zij hebben aanvaard behoudens goedkeuring door de raad. Toen zijn zij tot de conclusie gekomen, dat het geen juiste transactie zou worden. Op grond daarvan is deze zaak niet doorgevoerd. Daarna is nooit ook maar het geringste onderdeel van deze kwestie in behandeling genomen totdat thans het voorstel opnieuw aan de orde is gekomen. In de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplun is duidelijk gesteld, dat deze grond doorloopt tot de van Denneplaan. Thans hoort men echter, dat het gedeelte van de tuinen niet kan worden verkocht. Daar is vroeger nooit over gesproken. Nu is de situatie nog onover zichtelijker dan zij al was. Spreker begrijpt er niets meer van. Wanneer men thans toch niet tot een volledige transactie kan komen, stelt hij voor de situatie opnieuw in de commissie, maar nu aan de hand van een scherpe tekening te bekijken. De wethouder VAN ZADELHOPE kan zich met dit laatste voor stel wel verenigen. De landmeetkundige dienst had op een ge geven moment een strook grond overgehouden en zei dat de gemeen te die "rel kon verkopen. De woningdienst wilde echter voorkomen dat men achter de huizen rond kan lopen en was van oordeel, dat daarom achter de beide desbetreffende tuinen geen pad moest komen, maar dat deze tuinen door moesten lopen. Er heeft hier een foutieve gang van zaken plaatsgehad, naar de feiten liggen nu eenmaal zo. De heer HIDHORST vraagt, of men zo maar op een voorlopig koopkontrakt kan terugkomen. De wethouder VAN ZADEDHOFF merkt op, dat in dit kontrakt staat: behoudens goedkeuring' van d e raad en van gedeputeerde staten. De heer HIDHORST: Maar hier hebben B&W het eigen besluit ongedaan gemaakt. Heeft dat geen consequenties? De

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 100