- 27 mei 1959 - 60.
De heer ELBERTSE merkt op, dat blijkens de voordracht
de raad deze woningen op 29 oktober 1954 onbewoonbaar heeft
verklaard. Volgens de spreker ten dienste staande gegevens
heeft de raad daartoe echter op 31 mei van dat jaar besloten.
Hij hoopt, dat dit niet van invloed is op de termijn van
vijf maanden.
De VOORZITTER zegt, dat dit op het besluit verder van
geen invloed is. Men heeft kennelijk een verkeerd raadsbe-r
sluit aangehaald. In 1954 zijn namelijk vele woningen onbe
woonbaar verklaard. Spreker dankt de heer Elbertse voor diens
opmerking.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
100. Voorstel tot het het verlenen van medewerking als bedoeld in
artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan:
a. het bestuur van de Vereniging "De School met den Bijbel"
te Soest voor:
1. het aanschaffen van verduisteringsmateriaal (luxaflex)
in één lokaal;
2. 40 psalm- en gezangenbundels, 1 vloeistofduplicator en
1 schrijfmachine;
3. leermiddelen voor 15 leerlingen der zesde klas zulks
ten behoeve van de Groen van Prinstererschool (1-1408).
De VOORZITTER merkt op, dat in de voordracht staat, dat
voor 20 leerlingen leermiddelen moeten worden aangeschaft.
Dit moet worden veranderd in 15 leerlingen.
Hierop wordt het voorstel, met inachtneming van deze
wijziging, aangenomen.
b. het R.K. Schoolbestuur te Soesterberg voor diverse voor
zieningen t.b.v. de St. Carolusschool (1-1413).
De heer ELBERTSE merkt op, dat in de voordracht op een
wel heel eigenaardige wijze over het schoolbestuur wordt ge- 1
sproken. Er staat namelijk: "Er is alleszins reden voor aan
wezig dat dit gedeelte van het schoo]bestuur dat in een zeer
slechte staat verkeert met grind wordt bedekt".
De VOORZITTER: U zult hebben begrepen, dat hieft het school
terrein is bedoeld
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
101. Voorstel tot het onbewoonbaar verklaren vans
a. de woningen Kerkpad N.Z. 45 en Lange Brinkweg 36 (1-1401);
b. de woning Hartweg 4 (1-1402).
102. Voorstel tot het verlenen van ontheffing van de hinderwets
verordening (1-1403).
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig deze beide volgnummers besloten.
103. Voorstel tot het weigeren van ontheffing van de hinderwets
verordening 1-1404).
De heer PIEREN meent, dat toen een dergelijke aanvrage
eerder in de raad werd behandeld, er gespreken is over de
mogelijkheid van verplaatsing van dit bedrijf naar Soest.
Zijn de onderhandelingen met deze werkgever afgestuit en zo
ja, waarop? Is het misschien mogelijk dit bedrijf naar de
noordzijde van de straatweg te verplaatsen, zodat dit indu-
strietje voor Soesterberg behouden blijft?
De heer D. DE HAAN begrijpt, dat dit bedrijf uit het
huidige perceel weg moet. Hoe lang krijgt de heer Morriën,
nu deze aanvrage wordt geweigerd, de tijd naar iets anders
om te zien? Spreker weet, dat de heer Morriën daarmede al
- bezig -