- 21 januari 1959 - 10. ring meestal toewijst. In het onderhavige geval "betreft het echter geen kwestie van zelf- bewoning. De gemeente heeft dit huis nodig om haar plannen te verwezenlijken. Wanneer de betrokkene dan ineens voor het feit wordt gesteld, dat hij het huis moet verlaten, dan is het toch redelijk hem een tegemoetkoming te geven, zeker nu de gemeente hem niet direct aan een goede andere woning kan helpen en hij dus tweemaal moet verhuizen. De praktijk is dat in dergelijke gevallen een minnelijke regeling wordt getroffen. Dit doet zich bij particulieren ook heus wel voor. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. "Voorstel tot het toekennen van een vergoeding aan de hoofdinspecteur van politie voor het gebruik van een eigen auto IV-1336) De VOORZITTER deelt mede, dat de financiële commissie in overweging geeft dit voorstel te^ug te nemen en het bedrag der voorgestelde vergoeding nader te motiveren, waarbij opgaaf ware te doen van het aantal km door de hoofdinspecteur in het afgelopen jaar met de politie-auto gereden. Een dergelijke opgave wordt gevraagd voor de auto's van de directeuren van gemeentewerken en het gasbedrijf. Spreker stelt voor om ondanks het verzoek van de financiële commissie dit voorstel thans toch te behandelen. Hij moet toegeven, dat een vergoeding voor het gebruik van een eigen auto altijd enigszins willekeurige elementen bevat. Een dergelijke vergoeding is een gefixeerd bedrag. Het bedrag wordt juist gefixeerd om aan de berekening per kilometer te ontkomen. Wel moet de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bestaan, dat het gefixeerde bedrag overeenkomt met een redelijke vergoeding. Op het ogenblik heeft men hiervoor alleen een basis voor de vergoeding juist voor de hoofdinspecteur van politie. Deze heeft namelijk in de dienstauto in de eerste drie kwartalen van 1958 afgelegd 6000 km. Dit betekent dat hij in het gehele jaar ongeveer 8000 km in dienstverband met een auto aflegt. Wanneer men hiervan uitgaat zou de vergoeding hoger dan 750,dienen te zijn. Het college acht deze 750, echter redelijk. Het is er evenwel tevens van overtuigd, dat deze vergoeding niet te hoog is. Om zekerheid en enig inzicht te verkrijgen in de verleende autovergoedingen zou spreker de betrokken functionarissen willen verzoeken gedurende één jaar precies te noteren hoeveel kilometers zij in dienstverband met hun auto afleggen. Wat betreft het belang van een autovergoeding aan de hoofdinspecteur van politie merkt spreker op, dat de politie en het gemeentebestuur tesamen beschikken over drie auto's. In de eerste plaats is er de uitrukwagen, die zeer onvoordelig rijdt en oud is. Deze wagen moet eigenlijk "op stal" staan om bij een ongeluk direct te kunnen uitrukken. In de tweede plaats is er de patrouille wagen met de mobilifoon. Al is deze wagen niet in de garage, hij kan door middel van de mobilofoon op ieder moment naar een bepaald punt worden gedirigeerd. Ten - slotte -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 20