- 21 oktober 1959 - 124. bezaaide velden hetgeen voor degenen die de grond moeten afstaan zeer pijnlijk is en de gemeente extra geld kost. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat onmogelijk in het begin van het volgende jaar met de bouw kan worden begonnen. Mevrouw MUURLING-Voorthuis vraagt of deze flats eerst zullen worden gebouwd, waarna dan het rusthuis zal worden verwezenlijkt. Of wordt het rusthuis er tegelijkertijd tussenin gebouwd, zoals het is geprojecteerd? Het rusthuis is hier zo mooi tussenin geproj ecteerd. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het rusthuis hier niet tussenin staat geprojecteerd. Het rusthuis komt in het volgende gedeelte. De VOORZITTER: De3e zaken lopen parallel met elkaar. Ieder loopt zijn eigen weg Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 215. Voorstel tot intrekking van de "Verordening Verzorgingstehuizen" (1-1491). De heer DE BRUIN zegt dat de ondergrond en de strekking van het voor stel hem volkomen duidelijk zijn. Hier moet echter worden vastgesteld dat de gemeente weer een klein gedeelte van haar autonomie kwijt raakt. De VOORZITTER merkt op dat de gemeente in dit geval vrijwillig afstand doet van het regelen van een bepaalde aangelegenheid, omdat zij van mening is dat dit beter door een bovengemeentelijk orgaan behandeld kan worden. Dikwijls ziet men dat gemeenten het initiatief tot bepaalde regelingen nemen, terwijl later blijkt dat de zaak in groter verband, dus provinciaal of nationaal, kan worden geregeld. Hetzelfde ziet men met het gas en ook ten aanzien van de elektriciteitsvoorziening. Vroeger waren de elektriciteitsbedrijven ge meentelijk, terwijl het op het ogenblik praktisch onmogelijk is nog een ge meente met een eigen elektriciteitsbedrijf te vinden. Spreker gelooft dat de onderhavige aangelegenheid niet mag worden gezien als het verliezen van een stuk autonomie. De gemeente behoudt haar autonomie op dit punt, maar zij is tot de conclusie gekomen dat haar regeling, die zij in het leven had ge roepen omdat er geen andere regeling was, nu niet meer nodig is. Men kan hoogstens zeggen dat het goede voorbeeld van de gemeente navolging heeft gevonden. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. RONDVRAAG De heer DIJKSTRA wijst er op, dat het gebouw van de nijverheidsschool aan de Molenstraat lange tijd leegstaat. Het gebouw is hecht en ruim, maar spreker ziet aankomen dat het geleidelijk aan wordt gesloopt door de Soester straatjeugd. Is hij goed ingelicht, dan zijn er onlangs weer 90 ruiten vernield en is veel lood- en zinkwerk van het gebouw gesloopt. Heeft de gemeente al concrete plannen ten aanzien van dit gebouw, al is zij officieel nog niet de eigenaresse daarvan? Wanneer het gebouw wordt gebruikt, zal het niet langer ten prooi zijn aan alle mogelijke straatdieven, nozems e.d. Spreker heeft verder vernomen, dat men ten aanzien van het probleem van de uitbreiding van de christelijke v. g1o-school hard op weg is een gelukkig oplossing te vinden, die voor de gemeente aanmerkelijk goedkoper is en die toch voorziet in de bouw van twee lokalen. Is hij hierin goed inge licht De VOORZITTER deelt mede, dat de nijverheidsschool eigendom is van de Vereniging tot bevordering van het nijverheidsonderwijs in de gemeente Soest. Deze vereniging had de school tot voor kort nog nodig voor het geven van cursussen. Er is nu een regeling getroffen met een gelijksoortige vereni ging te Baarn, waardoor de Soester jongens het avondnijverheidsonderwijs krijgen in de school te Baarn, die beter is geoutilleerd. Wanneer de ambachts school te Soest klaar is, zullen de jongens uit Baarn en Soest naar de nieuwe school verhuizen. Het is dus nu mogelijk een bestemming te zoeken voor het gebouw. Het - is -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 248