- 21 oktober 1959 -
126.
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat de riolering daar wel reeds
ligt, doch dat de weg voor het aansluiten van de huizen op de riolering tel
kens weer opengebroken zal moeten worden. Het vervelende is dat dit
niet allemaal tegelijk gebeurt. Ten aanzien van de huizen die nog met de
putten vooruit kunnen, behoeft men nog niet tot aansluiting over te gaan.
De heer HOM wijst er op dat men dan nog jaren met de huidige toe
stand van het wandel- en het rijwielpad zal blijven zitten. Hij gelooft niet
dat met het verbeteren van deze paden zolang kan worden gewacht.
De wethouder VAN ZADELHOFF zal de zaak onder de aandacht van
gemeentewerken brengen. Inderdaad hebben het rijwiel- en het wandelpad
van het aanleggen der riolering zeer geleden.
Mevrouw VAN GOOR-Cleton wijst er op dat verschillende stukken
van de wegen die een riolering hebben gekregen, zeer slecht bestraat zijn.
Worden deze wegen herbestraat of blijft de huidige toestand bestaan?
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat deze wegen allemaal herbe
straat moeten worden.
De heer ELBERTSE vraagt welk aantal krotwoningen dit jaar is ont
ruimd in verband met de toewijzing aan bouwvolume die de gemeente dit
jaar heeft ontvangen, waarbij was bepaald dat de gemeente ten minste tien
van de te bouwen woningen moest bestemmen voor gezinnen uit een onbe
woonbaar verklaarde woning. Spreker is namelijk van oordeel dat de ge
meente, wanneer men met Gedeputeerde Staten gaat praten over niet goed
gekeurde raadsbesluiten en over het verkrijgen van extra bouwvolume, het
gevaar loopt strafregels te krijgen.
De VOORZITTER meent dat het aantal van tien woningen ter sprake
is gekomen bij het bouwvolume voor de 72 woningen, die nu nog moeten
worden gebouwd. De gemeente heeft echter bij voorbaat reeds dit jaar een
zes of zeven onbewoonbaar verklaarde woningen ontruimd. Zij loopt in dit
opzicht dus vooruit. Het aantal van tien zal dit jaar niet worden gehaald,
maar dat is ook niet nodig. Wanneer het volgende jaar een gelijk aantal
onbewoonbaar verklaarde woningen wordt ontruimd als dit jaar, zit men al
op een aantal van veertien, vijftien ontruimde krotwoningen.
De heer ELBERTSE meent dat er bij de voorzitter een misverstand
bestaat. De toewijzing van 72 woningen geldt voor dit jaar. Deze woningen
zijn ook dit jaar gegund. Het rijk neemt dus 1959 aan als bouwjaar.
De VOORZITTER wijst er op dat de gemeente geen krotten kan ont
ruimen door middel van huizen, waarvan alleen nog maar de kelder aanwe
zig is. De gemeente kan hoogstens zeggen voornemens te zijn, woningen,
waarvan op het ogenblik alleen nog maar de kelder bestaat, te bestemmen voor
het ontruimen van krotten. Zelfs voordat de eerste steen van de nieuwe
woningen is gelegd, heeft de gemeente reeds zes of zeven onbewoonbaar ver
klaarde woningen ontruimd.
De heer ELBERTSE: U bent dus voornemens ook de resterende vier te
ontruimen
De VOORZITTER: Ja zeker. Wij zijn zelfs van plan om, wanneer deze
72 woningen klaar zijn, daarvan ook weer zes h. zeven te gebruiken voor
krotopruiming. Dan zitten wij al op veertien.
De heer ELBERTSE geeft het college dan in overweging in de aan Gede
puteerde Staten te schrijven brief, waarin de moeilijkheden voor de gemeente
Soest worden uiteengezet, ook dit punt even naar voren te brengen. Dit is erg
belangrijk.
De VOORZITTER zegt dit toe.
Hierna sluit de voorzitter, te 21.15 uur, de vergadering.
Aldus vastgesteld op 18 november 1959.
De secretaris,
De burgemeester,