- 9 december 1959 - 144. uiteindelijk de grond belangrijk boven taxatieprijs in handen heeft weten te krijgen via grondspeculanten of grote bouwondernemers, zoals men ze noemen wil. Dit was niet nodig geweest, indien de gemeente zich tijdig door aankoop van deze bouwgrond had weten te verzekeren. Als in het antwoord van B&W wordt gesproken over de grote aan tallen particuliere en woningwetwoningen die reeds in aanbouw zijn of waarmede binnenkort zal worden begonnen en wanneer B&W daarbij tevens nog inschakelen twee grote particuliere objecten, namelijk het zogenaamde plan achter Dammers van ca. 150 woningen en het object voor Braamhage van nog 144 woningen met een vervolg van ca. 200 woningen, dan vraagt de protestants-christelijke fractie zich af: Is het nodig dat al deze grond in handen wordt gegeven van een grote bouwondernemer Zij maakt hier tegen ernstig bezwaar en zij zal zich er tegen blijven verzetten, dat in deze gemeente alle grote complexen bouwgrond in de hand zijn of geraken van een enkele grote bouwondernemer. Deze methode is zeer verderfelijk en in hoge mate ondemocratisch. Talrijke bona-fide aannemers in de eigen gemeente snakken naar een stukje grond om een of meer woningen te kunnen bouwen voor de verkoop. Voor deze mensen is het onmogelijk een perceeltje grond in handen te krijgen, waardoor een belangrijke bouwcapaciteit in- produktief blijft. Zij leveren degelijke woningen, die zeker niet duurder zijn dan de woningen gebouwd door de grote concerns. Voor deze categorie van Soester inwoners heeft de gemeente ook een taak. In de omliggende gemeen ten blijkt men beter begrip te hebben voor deze vakmensen. Van Amersfoort en Baarn is bekend, dat ook de zogenaamde kleine bouwers daar in de ge legenheid worden gesteld zo nu en dan een perceel grond te kopen. Als het college 6telt dat de grote bouwmaatschappijen ook een gedeelte van de door hen te bouwen woningen als huurwoningen beschikbaar stellen, dan is dat volkomen juist. Dat kunnen de kleinere aannemers niet. Maar dat recht vaardigt nog niet de houding van B&W om alle grond in handen te geven van één grote bouwondernemer. Vorig jaar is bij de behandeling van de begroting voor 1959 door het college toegezegd, dat aan de plaatselijke aannemers zou worden gedacht met de toewijzing van grond. In het antwoord van heden doen B&W dezelfde toezegging en verklaren zij, dat voor zover mogelijk met de belangen van de plaatselijke aannemers rekening zal worden gehouden. Dit klinkt alles zeer vaag. Sprekers fractie zou gaarne een meer concreet antwoord zien. In de suggestie van het college aan de plaatselijke aannemers om de handen ineen te slaan en gezamenlijk een groot object onder handen te nemen, schuilen veel gevaren. Natuurlijk kan de wethouder een dergelijke wenk geven. Maar voelt men niet, dat op deze wijze de eigen zelfstandigheid, het optreden naar buiten als zelfstandige patroon, de persoonlijke vakbe kwaamheid in het gedrang komen, afgezien nog van andere narigheden die er zeker uit zouden voortvloeien? De plaatselijke aannemers, elk voor zich, willen een eigen stuk werk maken en als ze niet kunnen ingaan op de sugges tie van de wethouder, mag dit niet tot gevolg hebben, dat zij totaal worden uitgesloten van enig stukje bouwgrond. Spreker vertrouwt dat het college deze aangelegenheid nog eens onder ogen wil zien, zodat een bevredigende oplossing voor dit probleem wordt verkregen. Nu de bebouwing van de Eng zich in een voortgaand stadium van ontwikkeling bevindt en in de naaste toekomst ook terreinen beschikbaar komen voor openbare gebouwen en kerken, zou de protestants-christelijke fractie gaarne van B&W vernemen, of het college zich reeds een mening heeft gevormd over de vraag, of in de toekomst bij de bouw van kerken sub sidie dient te worden verleend. De protestants-christelijke fractie wil in het bijzonder nog even accentueren, dat zij de stellige mening is toegedaan, dat bij hantering van art. 72 der Lager-onderwijswet en bij overeenkomstige voorzieningen voor het openbaar lager onderwijs een kwalitatief ongunstige behandeling van kleinere scholen niet geoorloofd is. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 288