Nr1
- 21 januari 1959 ->
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag, 21 januari 1959 te 19.15 uur.
VOORZITTER: de burgemeester, de heer mr.S.P.Baron Bentinck.
SECRETARIS: de heer JJJ.M.Festen.
Tegenwoordig de leden: C.van Andel, J.van den Arend, J.W.D.
Berkelbach van der Sprenkel, J.E.Brouwer, J.K.de Bruin, drs
L.J.DijkstraB.H.A.Elbertsemevrouw E.C.van Goor-Cleton,
2.Grift, D.de Haan, K.de Haan, A.P.HilhorstJ.H.Hom, J.G.
Kalden, H.C.Klarenbeek, dr.D.J.P.OranjeP.Ó.Pieren, mevrouw
S.M, Polet-MuslerP.R.van Roomen, P. H. Versteijne en drs.W.G.
van Zadelhoff.
De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing
van de gebedsformule.
Vervolgens spreekt hij de volgende nieuwjaarsrede uit.
Dames en Heren,
Onze eerste vergadering in 1959 wil ik beginnen met de
hoop uit te spreken, dat dit jaar u veel goeds zal brengen
en u in de gelegenheid zal stellen in vruchtdragende arbeid
voor onze gemeente werkzaam te zijn. Mogen wij allen met
toewijding in een goede sfeer samenwerken.
Ongetwijfeld zal in het thans aangevangen jaar uw aan
dacht vele malen voor gemeentezaken gevraagd worden. Door de
ontwikkeling, die onze gemeente doormaakt veranderen de
problemen naar kwantiteit en kwaliteit. Dit vereist een zich
telkens opnieuw oriënteren, een zich voortdurend afvragen
wat het uiteindelijk resultaat zal zijn van het werken in
een bepaalde richting. Bij het wijzigen van inzichten of bij
een wijziging van de omstandigheden zal opnieuw de koers
bepaald moeten worden. Dit alles vereist studie en een open
oog vjor de ontwikkeling waarin we zijn betrokken. Het is
daarbij te hopen, dat het ons financieel mogelijk zal zijn
om die besluiten te nemen, die wij in het belang van de ge
meente noodzakelijk achten. In ieder geval moeten wij er
met alle kracht naar streven om het te bereiken.
Na het afsluiten van een jaar is het m.i. nuttig om
vast te stellen wat het ons gebracht heeft, wat daarin tot
stand gebracht is, en wat moest blijven liggen. Daarom geef
ik u thans enige gegevens over 1958.
In 1958 vonden 565 (552) 1) geboorten plaats en over
leden 244 (233) personen, derhalve een geboorteoverschot
opleverende van 321 (319).
Er vestigden zich 2368 (2422) personen, terwijl er
2200 (2184) vertrokken, derhalve een vestigingsoverschot
opleverende van 168 (238). Als resultaat van een en ander
vermeerderde de bevolking met 489 (557) zielen van 26.586
tot 27.075.
Te Soesterberg vermeerderde de bevolking met 218 (342)
zielen van 4.537 tot 4.755.
In totaal werden 180 181huwelijken voltrokken.
Het aantal verhuizingen binnen de gemeente, zowel van
gezinnen als van alleenstaande personen, bedroeg 657 (663).
1De getallen tussen haakjes zijn die van het jaar 1957.