- 9 december 1959 -
160.
en de gemeente verbindt daaraan haar sanctie, dan zou de gemeente,
wanneer er iets gebeurt, een verwijt kunnen treffen.
De heer DIJKSTRA: U acht het dus niet verantwoord dezelfde
oplossing toe te passen als al eens is getroffen?
De VOORZITTER: Wij vinden het niet verantwoord dit als ge
meente te doen. Wanneer de bewoners het zelf willen doen, is het iets
anders
De heer DIJKSTRA: Moeten zij daarvoor dan toestemming van
de gemeente hebben?
De VOORZITTER: Aan de gemeente zou moeten worden gevraagd,
of men zelf iets mag doen. Het is dan echter in ieder geval voor verant
woording van de betrokkenen zelf.
De heer DIJKSTRA: Hier zit dus een mogelijkheid in.
De VOORZITTER: Het zou gevraagd kunnen worden. Dan kunnen
wij het nog wel eens bekijken.
Bedrijf gemeentewerken.
De heer DIJKSTRA zou gaarne te zijner tijd eens van de
wethouder een nadere uiteenzetting ontvangen over de berekening van de
omslagen. Dit blijft een weinig overzichtelijke en ingewikkelde kwestie.
De omslagpercentages zullen in de toekomst belangrijk worden.
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt, dat de omslagpercentages,
die 10, l\ en 5 bedragen, een beetje kunstmatig zijn. De 10% wordt ge
heven van de eerste 20. 000, de tot 50. 000, -- en de 5% geldt
voor hetgeen daarboven komt. Die omslag is nodig om de gehele begro
ting in evenwicht te brengen. Het is geen kunst de begroting sluitend te
maken door de omslagpercentages maar hoog te stellen. De moeilijkheid
is op het ogenblik dan ook, dat bij een wijziging in de begroting van ge
meentewerken de percentages weer moeten worden veranderd. De gemeente
verkeert ten aanzien van deze percentages echter in een overgangsfase.
Zij zal - dit is overeenkomstig het advies van het verificatiebureau van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten - de eerste jaren dit systeem nog
handhaven om dan te komen tot een economisch verantwoord omslagper
centage, dat wordt berekend op de wijze als ook in de normale bedrijven
geschiedt. Wanneer dit systeem over enkele jaren wordt ingevoerd, krijgt
men een begroting, die hetzij een winst hetzij een verlies aangeeft. Dit
heeft het voordeel, dat men daaruit kan zien, of het bedrijf al dan niet
efficiënt werkt. Dit heeft het bedrijf overigens niet geheel in de hand. Wan
neer zich bij voorbeeld wederom moeilijkheden met de investeringen zouden
do enen men heeft daardoor een jaar, waarin weinig wordt uitgevoerd,
waardoor men ook weinig aan omslagen ontvangt, dan is dat een motief
voor het lijden van verlies. Het kan echter ook zijn, dat men bij een nor
male omzet een verlies heeft. Dan spreekt meteen uit de cijfers dat er
iets mis is. Men krijgt bij die berekening een soort egalisatiefonds, waarin
de winsten gaan en waaruit eventuele verliezen kunnen worden bestreden.
De heer HILHORST vraagt of wanneer na het leggen van riolering
bepaalde werkzaamheden overblijven - zo moest de Lange Brinkweg na het
leggen van de riolering herbestraat worden - ook voor dit onderdeel van
de kosten de omslag wordt berekend. Of moet dat uit de gewone dienst
worden gefinancierd? Het laatste zou niet juist zijn, want deze werkzaam
heden worden vaak uitgevoerd, omdat een woningcomplex wordt gebouwd.
De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op, dat de heer Hilhorst
twee dingen door elkaar haalt. De werkzaamheden bij de Lange Brinkweg
komen voor rekening van de kapitaaldienst. De rente en afschrijving daar
van vindt men terug op de gewone dienst. De riolering van de Lange
Brinkweg kan men namelijk niet verhalen, want het betreft een bestaande
weg. Bij een nieuw complex, waarbij nieuwe wegen enz. worden aangelegd,
wordt in de verkoopprijs van de grond berekend hetgeen gemeentewerken
heeft gedaan. Trouwens, de riolering van bij voorbeeld de Lange Brinkweg
- komt -