- 9 december 1959 - 165. krijgen de wethouders 7.500, In grote steden zal het wel heel anders liggen. Maar dat ligt ook wel een beetje buiten de gezichtskring van Soest. Als antwoord aan de heer Hilhorst en mevrouw Polet zegt spreker, dat de wet niet toestaat, dat er verschil wordt gemaakt tussen de wedden van de onderscheidene wethouders. Alleen de loco-burgemeester krijgt, wanneer hij langer dan een maand achtereen als zodanig optreedt, over die periode de jaarwedde van de burgemeester. Duurt het optreden als loco-burgemeester minder dan een maand, dan ontvangt hij de normale wethouderswedde. Dit is zo geregeld in de wet en daar kan men als raad niets aan doen. Spreker heeft gemerkt, de raad met zijn voorstel meer te hebben over vallen dan hij gedacht had te zullen doen. Hij verkeerde ten onrechte in de mening, dat dit punt in de fracties onderling reeds was besproken. Er is volgende week een normale raadsvergadering. Daarin zou hij zijn voorstel op nieuw aan de orde willen stellen. Dan heeft men een week de tijd om zich hier over rustig intern te beraden en behoeft de raad niet het gevoel te hebben, dat hem iets wordt opgedrongen. Het laatste is in het geheel niet sprekers bedoe ling geweest. Volgnr.2,6. Presentiegelden der leden van de raad. Hierbij stelt de voorzitter aan de orde: Voorstel om gedeputeerde staten te verzoeken het presentiegeld voor commissievergaderingen van ƒ6,-- tot 8,-- te verhogen. De heer HILHORST zegt, dat ook dit punt tijdens het afdelingsonder- zoek is besproken. Daarbij ging het ook om het presentiegeld voor de raads leden. Spreker wil niet direct met een voorstel komen, alhoewel hij het rechtvaardig acht het presentiegeld voor de raadsleden te verhogen. Hij heeft echter heel erg bezwaar tegen de beantwoording door het college. Dit heeft zich er van afgemaakt door te zeggen, dat de raadsvergaderingen in de avond uren worden gehouden, zodat er geen werkverzuim plaatsvindt. Daarom achten B&W het presentiegeld van 10, -- voor de raadsleden voldoende. Men had echter toch van het college mogen verwachten, dat het er van uit zou gaan, dat een raadslid, wil hij zich volledig op de hoogte stellen van de zaken waar over hij moet oordelen, kennis moet nemen van de stukken. En dit kan niet op de avond van de raadsvergadering geschieden. Verder kan een raadslid niet volstaan met het zich verdiepen in hetgeen op papier staat; hij is ook ver plicht bij tijd en wijle op pad te gaan om aandacht te schenken - vooral wan neer het grote werken betreft - aan hetgeen wordt voorgesteld en om bepaalde objecten te gaan zien, die met door de raad beschikbaar gestelde gelden wor den uitgevoerd. Spreker acht het dan ook zeer beslist onjuist om het presen tiegeld voor een raadslid af te stemmen op het feit, dat hij enkel 's avonds een raadsvergadering bijwoont. De voorzitter heeft zoëven gezegd, dat een wet houder, wanneer deze zijn taak serieus opvat, wel zes dagen in de week met het wethouderschap kwijt kan zijn. Hetzelfde geldt voor een raadslid. Wanneer deze er de tijd voor kan vinden en het belang der gemeente v/il nastreven, gaat er in de vervulling van het raadslidmaatschap heel wat meer tijd zitten dan die enkele avond van de raadsvergadering. De heer DIJKSTRA ondersteunt het betoog van de heer Hilhorst. Ook hij vond het antwoord van het college over deze kwestie een tikkeltje nonchalant. Het presentiegeld voor de raadsvergaderingen en ook dat voor de com missievergaderingen moet men niet zien als een uurvergoeding of iets derge lijks, want het staat in geen enkele verhouding tot de tijd die men hier achter de groene tafel zoekbrengt. De bekwaamheid waarmede een raadslid tot zijn oordeelvorming komt, wordt vergaand bepaald door zijn ervaring, zijn ont wikkeling en de nuchtere wijsheid om in allerlei situaties te kunnen oordelen. Spreker beschouwt de hoogte van de presentiegelden eigenlijk als een slag in de ruimte. De leden van de commissie tot wering van het schoolverzuim worden met 2,50 naar huis gestuurd, terwijl de leden van de schoonheids commissie 20,-- ontvangen. Dit zijn allemaal slagen in de ruimte. Spreker zou willen voorstellen het presentiegeld voor de raadsvergade ringen geheel af te schaffen en daarentegen het presentiegeld voor de commis sievergaderingen te brengen van 6,-- op 10,--. Hij gelooft, dat men dit - kleine -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 330