- 9 december 1959 - 168. De VOORZITTER wijst er op, dat het hier uitgetrokken bedrag van 200,-- betreft de officiële bekendmakingen der gemeente. De door mevrouw van Goor bedoelde bekendmakingen zijn een soort service die de'courant haar lezers biedt. Ingevolge de legesverordening kan men over mutaties van de bevolking worden ingelicht, terwijl men ook inlichtingen kan krijgen ten aanzien van de burgerlijke stand. Kennelijk heeft de Soester Courant alleen een abonnement op het laatste. In de legesverorde- ning staat precies, wat men moet betalen voor de verschillende soorten van inlichtingen. Mevrouw VAN GOOR-Cleton: Voor de kerkgenootschappen geldt in deze toch een lager tarief? De VOORZITTER: Voor de kerkgenootschappen en charitatieve instellingen geldt inderdaad een speciaal tarief. Dat staat in de leges verordening. Deze gehele materie is in de legesverordening geregeld. Volgnr.80. Presentiegeld leden stembureaus. De heer VAN DEN AREND zegt dat in de eerste afdeling de suggestie is gedaan om het presentiegeld voor de leden van de stembureaus van 15,-- op 20,-- te brengenUit het antwoord blijkt, dat het college daartoe niet bereid is. Toch zou spreker daarvoor een lans willen breken. Men zal hem misschien verwijten, dat hij indertijd, toen hij een andere functie bekleedde, met de huidige vergoeding wel akkoord is gegaan. In de tussentijd is echter het een en ander veranderd. De stemlokalen zijn langer open, waardoor de leden van de stembureaus daar langer werkzaam zijn. Bovendien wordt - en dat zal iedere voorzitter van een stembureau onderschrijven - het zwaarste deel der werkzaamheden op een stembureau door de leden daarvan verricht, al berust de verantwoordelijkheid vanzelf sprekend bij de voorzitter. Hedenochtend heeft mevrouw Polet dank ge bracht aan de ambtenaren voor het vele werk, dat zij verzetten. Dit wordt natuurlijk door elk raadslid onderschreven. Om die dankbaarheid tot uiting te brengen stelt spreker voor het presentiegeld voor de leden der stembureaus op 20,-- te brengen. De VOORZITTER zegt dat het college, zoals uit het antwoord blijkt, van oordeel is, dat er verschil moet blijven bestaan tussen het presentie geld voor de leden en dat voor de voorzitters van de stembureaus. De voorzitter van een stembureau heeft nu eenmaal de verantwoordelijkheid. Meestal gaat de zaak heel erg gemakkelijk, maar er kunnen zich toch moeilijkheden voordoen en dan is het de voorzitter die daar een oplossing voor dient te vinden. Het presentiegeld voor de leden van de stembureaus wordt gegeven als een zekere vergoeding. In sommige gemeenten is het wel gebruikelijk geen presentiegeld toe te kennen, maar de betrokkenen een maaltijd aan te bieden. Men moet hierbij goed bedenken, dat de leden van de stembureaus vrijwilligers zijn. De praktijk te Soest is, dat het over het algemeen ambtenaren of andere personen met een vast inkomen zijn, voor wie het lid zijn van een stembureau geen enkele inkomstenderving be tekent. Het presentiegeld is voor hen meegenomen geld. De betrokkenen vinden het aardig om dit werk te doen. En het is voor de stembureaus ook goed, dat er mensen in zitten die enigszins administratief onderlegd zijn. Het is voor de ambtenaren nu eenmaal een deel van hun taak daarbij aan wezig te zijn. Er bestaat echter naar het oordeel van het college geen re den om de leden van de stembureaus een gelijke vergoeding te geven als de voorzitters van de stembureaus. Hierop brengt de voorzitter het voorstel van de heer van den Arend om het presentiegeld voor de leden der stembureaus te brengen op 20,--, welk voorstel wordt ondersteund door mevrouw Muurling-Voorthuis en de heer Dijkstra, in stemming, waarna het wordt verworpen met 15 tegen 3 stemmen. Tegen hebben gestemd de leden: Grift, Oranje, de Bruin, Brouwer, Hom, Kalden, Pieren, Elbertse, Klarenbeek, mevrouw van Goor-Cleton, Versteijne, van Zadelhoff, Hilhorst, mevrouw Polet-Musler en van Roomen. - Voor -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 336