- 18 maart 1959 -
41.
De heer DIJKSTRA zegt dat er op dit punt bij hem geen mis
verstand bestaat. Voorts meent hij, dat de wethouder het met hem
eens is over de wenselijkheid van een werkplan.
De heer HILHORST zegt dat het bestaande bad in geen enkel
opzicht meer aan de eisen voldoet en hij is van oordeel, dat men
bij een afschrijving in 40 jaar een groot vraagteken moet zetten.
Het huidige bad bestaat nog geen veertig jaar en wanneer de vereis
te middelen beschikbaar waren geweest en de goedkeuring was verkre
gen, is spreker er van overtuigd, dat het bad zou zijn vernieuwd
toen het nog geen twintig jaar oud was. De wijze waarop het nu zal
worden uitgevoerd houdt in, dat de mogelijkheid van bezoek door de
oppervlakte van het v/ater minder groot zal kunnen zijn dan voorheen.
In de commissie is gesteld, dat het moeilijk is uit een oogpunt van
volksgezondheid tegen dit voorstel te zijn, maar de vraag is er
gesteld of het in het belang van de volksgezondheid wordt geacht
dat de kinderen zwemmen leren of dat men het gezond noemt in een
bad met deze oppervlakte duizenden mensen bijeen te brengen. Wanneer
bij groot bezoek het water dermate verontreinigd is als meermalen
is geconstateerd, is dat zeker niet in het belang van de volksge
zondheid. Er zijn mensen die er speciaal daarom geen bad komen nemen.
Ook Baarn gaat ertoe over zijn bad te verbeteren en hetzelfde
kan van Amersfoort worden verwacht, zodat de mogelijkheid bestaat,
dat Soest straks uitsluitend is aangewezen op bezoek uit de eigen
gemeente. In de commissie is de mening geopperd, dat het bad wel
tot zijn recht zal komen, als de bevolking van de gemeente Soest met
zoveel duizend zielen toeneemt, maar thans zal een besluit over het
bad worden genomen zónder dat die bevolkingsuitbreiding er reeds is.
Spreker zou een exploitatie-overzicht van soortgelijke gevallen willen
zien vóór de raad de 7 ton ter beschikking stelt. Het zou beter zijn
eerst een urgentieplan van de beslist noodzakelijke werken op te stel
len om daaruit een keuze te doen en te kunnen beoordelen of de 7 ton
voor het Natuurbad wel het meest noodzakelijk is. Ook zou moeten wor
den onderzocht of de afschrijvingspercentages wel juist zijn. Men moge
menen dat het bad, zoals het thans wordt uitgevoerd, wel aan de eisen
voldoet, maar het is niet uitgesloten, dat het bad over twintig jaar
helemaal niet meer mee kan. Dan zou de gemeente nog met een grote
schuld zitten, terwijl dan opnieuw herziening noodzakelijk zou zijn.
Er moet nu 20.000,-- beschikbaar worden gesteld, maar dat mag niet
betekenen, dat de raad daarmee zijn goedkeuring heeft gehecht aan het
krediet van 7 ton.
De VOORZITTER is van oordeel, dat het betoog van de heer Hil-
horst meer past bij de behandeling van een voorstel tot vernieuwing
van het Natuurbad, welk voorstel het college hoopt te doen in septem
ber. Op het ogenblik gaat het er alleen om dat de raad de noodzakelijk
heid vaststelt van vernieuwing van het Natuurbad - 'welke noodzakelijk
heid door niemand is aangevochten - en voor het uitwerken van de plan
nen een krediet verleent van 20.000,Bij de definitieve kredietaan
vrage zal een meer uitgewerkte exploitatierekening en kunnen ook cij
fers omtrent andere baden aan de raad worden voorgelegd. Over de fi
nesses van de exploitatie en over de lengte van de afschrijvingsperiode
kan op het ogenblik nog in het geheel niet worden gesproken. Het is
zelfs de vraag of het bedrag van 7 ton wel juist is; het is maar een
verwachting.
De lengte van een afschrijving is gebaseerd op de tijd dat
iets werkelijk meegaat en op de tijd waarbinnen het gaat verouderen,
zodat het object, hoewel het op zichzelf nog goed is, toch moet wor
den veranderd. De afschrijvingstermijn is langer genomen dan in 1933»
omdat constructief een veel beter bad zal worden gemaakt, zodat het
- langer -