- 22 april 1959 - De VOORZITTERzegt, dat het inderdaad niet in het voornemen van het college lag nog verder straten naar scholen te noemen. In het onderhavige speciale geval zijn B&W hierop teruggekomen. De motivering hiervan staat eigenlijk verkeerd in de voordracht. Men wil deze straat de naam Insinger geven, omdat de familie Insinger grote verdiensten heeft gehad voor de stichting van deze school. De tot standkoming van deze school is eigenlijk aan deze familie te danken geweest. In verband met het vijftig jarig bestaan van de school is alleen de gedachte opge komen om deze straat te noemem naar de familie Insinger. De straat wordt echter niet naar de school genoemd. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdeli jl© stemming aangenomen. Voorstel tot het verklaren dat tegen de toetreding der gemeente Doorn tot de gemeenschappelijke regeling inzake het regionaal woonwagenkamp geen bezwaar bestaat (1-1384). De heer VERSTEUNE leest in de voordracht, dat het voor rekening van Soest komende percentage in de kosten verdeling ongewijzigd blijft. Waarom is dit het geval? Het lijkt hem enigszins onbillijk, dat bij toetreding van de gemeente Doorn - waar hij overigens geen bezwaar tegen heeft - Amersfoort 8% vermindering krijgt en Soest niets. In het schrijven van B&W van Amursfoort staat, dat bij de toetreding van een volgende gemeente de percentages weder om zullen worden bekeken. Is Soest bij het bekijken van de percentages niet wat gemakkelijk geweest? Het komt spreker ten minste voor, dat Soest in afwachting van de toetreding van een nieuwe gemeente te veel moet bijdragen. De wethouder ORANJE merkt op, dat Amersfoort en Doorn samen 103.000 inwoners hebben, terwijl Soest 27.000 inwoners heeft. Gezien deze verhouding is het niet on redelijk, dat Soest 25van de kosten van het woonwagen kamp draagt. De vorige regeling, waarbij 75% van de kosten voor rekening van Amersfoort en 25% voor rekening van Soest kwam, was voor Amersfoort onvoordelig. De verdeling is nu meer in overeenstemming met de realiteit. De heer HILHQRST zegt, dat door de toetreding van Doorn de kosten van het woonwagenkamp hoger zullen worden. Dit betekent dus meer uitgaven voor Soest, De wethouder ORANJE zegt, dat de heer Hilhorst in principe gelijk heeft. In feite wordt het kamp echter niet groter gemaakt. Het zal niet veel uitmaken, dat er oen paar woonwagens uit Doorn bijkomen. De huidige kostenver deling acht spreker redelijk. De heer HILHORST? Was deze verdeling voorheen dan onredeli jk? De wethouder ORANJE: Toen was de verdeling in ons voordeel. Ik vermoed, dat Amersfoort toen al in onder handeling was met Doorn en het daarom even zo heeft ge laten. De heer HILHORST merkt op* dat wanneer Amersfoort inder daad tijdens de onderhandelingen met Soest ook reeds in on derhandeling v/as met Doorn, dit toch tijdens de bespre kingen met Soest had moeten worden medegedeeld. De wethouder ORANJE zegt, dat Soest dit wel kon weten, omdat het kamp een regionale opzet heeft. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. - 77 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 92