-13 april 1960 - 53. 81. Voorstel tot het weigeren van ontheffing van de Hinderwetverordening aan P.C.van Schadewijk, Korte Brinkweg 7, alhier, voor het oprichten van een timmerwerkplaats op het terrein bij perceel Korte Brinkweg 7, alhier (1-1599). Dit voorstel wordt aangehouden. 82. Voorstel tot het verlenen van een uitkering-ineens over het eerste kwartaal 1960 aan het gemeentepersoneel (IV-1600). Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat hem hedenmiddag is gevraagd, waarom de losse arbeiders van gemeentewerken nog niet de hogere beloning hebben ontvangen, waarop zij ingevolge de nieuwe c.a.o. voor het bouwbe drijf vanaf 1 maart recht hebben. De officiële salarisregeling is nog niet bij de gemeente binnengekomen. Het bondsbureau heeft deze regeling nog niet eeps, In de loop van de volgende week zal echter het hogere salaris met terugwerkende kracht tot 1 maart worden uitbetaald. Daarbij vormen de vakantiebonnen nog een moeilijkheid. Deze hebben thans een hogere waarde gekregen. De afge lopen weken is dus een te lage vakantiebon geplakt. Het verschil zal de betrok kenen in geld worden uitbetaald. 83. Voorstel tot wijziging van de Kindertoelageverordening (IV-16 01) 84. Voorstel tot het verlenen van een compensatie in verband met de huurverhoging per 1 april 1960 (IV-1602). Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 85. Voorstel tot verkoop van grond gelegen aan het Dorpsplein te Soesterberg aan J. Lisman (1-7779). De heer PIEREN leest in het ontwerp-besluit onder I, b dat de "koper verplicht is tot genoegen van burgemeester en wethouders van Soest een stenen muur, ongeveer 7.50 m lang en 1 .80 m hoog, achter het op het perceel kadastraal bekend gemeente Soest,., sectie E, nr.2790, aanwezige bakhuisje te bouwen". Waar is dit "aanwezige bakhuisje"? Op dit ogenblik is daar ter plaatse slechts één grote puinhoop. Is het de bedoeling dit bakhuisje weer op te bouwen Voorts leest spreker in het ontwerp-besluit dat de koper verplicht is de acht woningen te verhuren. Vormen de woningen en de winkels één geheel? Kunnen de winkels ook verhuurd worden? De heer ELBERTSE vraagt of de bepaling dat de hoogte van de muur om het bakhuisje 1.80 m moet bedragen, er op duidt dat hier een vorstvrije aanleg zal plaatsvinden. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat de eis om een muur bij het bakhuisje te bouwen rustig kan vervallen. Dit bakhuisje is namelijk geen bakhuisje meer. Plet is de bedoeling dat de acht woningen worden verhuurd in de A-klasse. Dit betekent voor Soest een huur van maximaal 70,-- per maand. Ook de winkels worden verhuurd. De heer D. DE HAAN vraagt of de gemeente de huurders voor die acht woningen zal kunnen aanwijzen. Of wijst de heer Lisman de bewoners aan? Worden deze woningen betrokken door mensen die te Soest op de wachtlijst staan of kunnen de toekomstige bewoners ook mensen van buiten zijn? De wethouder VAN ZADELHOFF wil niet zover gaan, dat alleen de ge meente de woningen kan toewijzen. Het college is veel te blij, dat hier woningen in een redelijke huurklasse worden gebouwd. Spreker ziet echter niet in waar om Soesters niet voor kunnen gaan. Hij denkt dat het de eigenaar niet zal kun nen schelen, of er Soesters dan wel anderen in komen, mits de huurders maar in staat zijn de huur te voldoen. Waarom zou de eigenaar zijn huurders echter van buiten willen aantrekken, wanneer er te Soest gegadigden zijn? De heer D. DE HAAN vraagt of gegadigden zich rechtstreeks tot de heer Lisman kunnen wenden, De wethouder VAN ZA.DELKOFF: Natuurlijk. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 106