- 13 april 1960 - punt staan: Daar moet de gemeente voor zorgen. Dat is natuurlijk dwaasheid. De heer Pieren stelt wel dat de gemeente winkels moet bouwen, maar weet men wel dat het politiebureau te Soesterberg niet eens kan worden gebouwd - misschien komt daar achteraf nog een oplossing voor - omdat men geen ver gunning kaïykrijgen voor de bovenwoningen? Laat staan dat de gemeente voor de bouw van winkels vergunning zou krijgen. Daartoe krijgt de gemeente in het geheel geen kans. En terecht. Er worden genoeg winkels door particu lieren gebouwd. D' t blijkt ook te Soesterberg. Van de onderhavige winkels zijn er vier te huur De heer PIEREN: Is dat officieel bekend? De wethouder VAN ZADELHOFF: Inderdaad. De VOORZITTER zegt dat deze gehele geschiedenis de nare kant heeft, dat de gemeente een volgende keer zeer huiverig zal staan tegenover een verzoek om tijdelijk aan grond te worden geholpen. Immers wanneer men voor zijn hulpvaardigheid op een dergelijke wijze wordt gestraft, begint men liever niet weer aan iets dergelijks. De heer HILHORST vraagt zich af, of de raad nog wel verordeningen moet aannemen, indien leden van de raadwame er bij overtreding de verorde ning moet worden toegepatt, de pers uitnodigen om zoveel mogelijk publiciteit te verkrijgen. Wanneer men tegen de eigen wetgeving sensatie tracht uit te lokken, moet men geen verordeningen meer maken en rustig zeggen: Dan maken wij van Soest een soort Wild-West. Spreker vindt het heel erg, wanneer een persoon die de verordeningen mede vaststeld deze verordeningen tracht te saboteren. De VOORZITTER merkt op dat B&W de opdracht hebben de door de raad vastgestelde verordeningen na te leven. Dit geeft natuurlijk wel con flicten. Er zijn altijd mensen die toch hun eigen gang gaan. Dan moeten de raadsleden om te beginnen achter het college gaan staan en niet beginnen te staan achter de mensen die zich op de een of andere manier niet aan de voor schriften hebben gehouden. Hoe strenger het college is, hoe orderlijker en rechtvaardiger de zaak loopt. Het gevolg van een te slap beleid op dit gebied is dat de brutalen hun zin krijgen en dus worden bevoordeeld boven degenen die zich aan de regelingen houden. Daardoor zou men grote onrechtvaardig heid krijgen en zou onrust en - terecht - ontevredenheid bij de bevolking ont staan. Natuurlijk zal het college ook begrip moeten hebben voor moeilijkheden van de betrokkenen. Indien iets moet worden afgebroken en het is voor de betrokkene eenvoudiger wanneer dit eerst over een maand geschiedt, dan is het niet erg de betrokkene in deze tegemoet te komen. Wanneer hetgeen zonder vergunning is gebouwd maar weggaat. Het handhaven van de door de raad vastgestelde verordeningen geeft natuurlijk conflicten en moeilijkheden en strijd. Die aanvaardt het college gaarne, maar dan moeten de raadsleden achter af toch eigenlijk niet partij trekken voor de deliquenten, want dan blijft men nergens. Spreker drukt de raadsleden op het hart om wanneer men denkt dat een verordening niet goed is toegepast - ook het college kan natuurlijk fouten maken - eerst daarover bij het college zelf inlichtingen te vragen. De wethouder VAN ZADELHOFF merkt ten aanzien van het geval Leyenhorst op dat ook deze kwestie niet zo moeilijk is. Het college heeft de aanschrijving uitgezonden, dat er wat moest gebeuren, maar de zaak verder aan gemeentewerken overgelaten. Gemeentewerken heeft de zaak ter plaatse bekeken. Er waren twee dingen: de kwestie van het maken van een put en de bouwvallige schuur. Gemeentewerken heeft direct begrepen dat men ten op zichte van de schuur geen enorme eisen kan stellen, maar dat het wat dat betreft alleen ging om het voorkomen van gevaar. De muur stond op instorten. Gemeentewerken heeft daarom het goedkoopste middel - namelijk het aan brengen van een balk - aangegeven. Dat dit niet naar de zin van de betrokkene was, kan spreker gezien de gehele situatie zeer goed begrijpen. Hij adviseert de raadsleden zich over dit geval eens te verstaan met de heer Hilhorst, die als lid van de pachtkamer deze gehele zaak uit en te na kent. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 126