-15 juni 1960 - 91. De heer GRIFT wijst op de moeilijke toestand tengevolge van de drie bomen in de Nieuwstraat tegenover Kuyer. Het trottoir is daar drie tegels breed, waar van twee tegels in beslag worden genomen door deze bomen. In verband met het passeren van de grote wagens van Mercurius en de bussen van Tensen is de toe stand daar levensgevaarlijk. Wanneer de riolering wordt gelegd, zullen deze bomen weg moeten. Spreker verzoekt echter ze nu reeds te verwijderen. Voorts wijst hij er op dat aan de van Lenneplaan de bomen zijn afgezaagd tot 1 m vanaf de grond. Waarom worden die bomen niet gerooid? Op het ogen blik leveren deze stompen een afschuwelijk gezicht op. Was het overigens niet mogelijk deze bomen te sparen? De VOORZITTER is met de laatste door de heer Grift gereleveerde toe stand niet op de hoogte. Het is toch al niet prettig wanneer bomen weg moeten, maar wanneer het op de door de heer Grift geschetste wijze geschiedt, is het helemaal onaangenaam. De heer HILHORST ondersteunt de laatste opmerking van de heer Grift. Het gaat hier om prachtige jonge boompjes die zonder meer tot op een meter van de grond zijn afgezaagd, terwijl er achter zeker lj m grond ligt, die ook voor de werkzaamheden in verband met de riolering hadden kunnen worden gebruikt. De VOORZITTER zegt aan dit punt aandacht te zullen schenken. Ook de kwestie van de bomen aan de Nieuwstraat zal worden bezien. Vervolgens sluit spreker, te 21.'05 uur, de vergadering. Aldus vastgesteld op 21 september 1960. De secretaris, De burgemeester,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 182