-19 oktober 1960 - 143, De wethouder ORANJE! Neen, dit gaat in deze zin aan het begrotings- werk vooraf. Mevrouw PO LET-Musier: Dan bent u toch wel iets te laat. Ik neem aan dat het begrotingswerk al vrijwel afgelopen is. De heer DIJKSTRA geeft toe dat een zekere specificatie ten opzichte van de urgentie is te vinden in de jaarindeling. Moet daar echter de conclusie uit worden getrokken, dat hetgeen niet op deze lijst voorkomt of daarop als pro-memoriepost staat, door het college in gedachten reeds naar een verre toekomst is verschoven? Zo ja, dan zou spreker, voor zichzelf sprekende, er sterk op willen aandringen de door hem genoemde concrete punten - de brandweer voorzieningen; de verbetering van de toegangswegen tot het industrie terrein en die tot twee van de drie stations; het bejaardencentrum - naar voren te schuiven, hetzij in de vorm van pro-memorieposten, hetzij in de vorm van een meer concrete, zeer voorlopige raming. De wethouder ORANJE merkt op dat deze behandeling ook voor het college nieuw is. Hij zou zich kunnen voorstellen, dat een raadslid een posi tief voorstel doet om object X, dat op de lijst onder 1962 staat vermeld te brengen naar 1961. De heer DIJKSTRA:.of om een niet op de lijst voorkomend werk daar wel op te plaatsen. De wethouder ORANJE: Inderdaad, Dat zou ik een heel plezierig voor stel vinden. Dat kan dan in discussie worden gebracht. Het college kan daarbij dan peilen, of .het gaat om het inzicht van een raadslid dan wel om de mening van meer leden. Daar kunnen B&W dan - dit ook als antwoord aan de heer Hilhorst - bij het opmaken van de begroting rekening mede houden. Ten slotte bestuurt de raad het college in deze zin, De VOORZITTER: Daar ben ik het toch niet mede eens', De wethouder VAN ZADELHOFF: En ik evenmin'. De VOORZITTER: De raad bestuurt de gemeente. De heer DIJKSTRA stelt dan voor de door hem genoemde objecten hetzij naar voren te schuiven hetzij op de lijst te brengen. De VOORZITTER zegt dat ten opzichte van de door de heer Dijkstra genoemde brandweervoorzieningen inderdaad wel een bepaald object op de lijst had kunnen staan. Deze lijst is echter ook al weer enkele maanden oud en zij veroudert met de maand. Hetgeen waarop spreker doelt, was bij het opstellen van de lijst nog niet zo bekend. Het zou er thans echter ook nog slechts als een pro-memoriepost op kunnen staan, want de kosten zijn nog helemaal niet bekend. De heer DIJKSTRA: Akoord; maar ik zou graag vastgelegd zien, dat ik de brandweergarage een zeer urgente voorziening acht. De VOORZITTER merkt op aan heel iets anders te hebben gedacht. De brandweergarage staat op de lijst als pro-memoriepost voor 1961. Dat betekent dat het college van mening is, dat in 1961 de brandweer garage moet worden gerealiseerd, maar dat het nog niet weet wat de kosten ervan zijn. De wethouder ORANJE merkt op dat het hier nu een typisch voorbeeld van het nut van deze lijst voor de raad betreft. Het college komt nog niet met een voorstel tot de bouw van deze garage, omdat de kosten daarvan op het ogenblik niet bekend zijn. De raad weet nu echter toch dat het college in 1961 met een voorstel dienaangaande zal komen. De heer DIJKSTRA zegt door de mededelingen van de voorzitter wat betreft de brandweergarage tevreden te zijn gesteld. De VOORZITTER wijst er verder op dat het door de heer Dijkstra genoemde bejaardencentrum door een particuliere stichting zal worden gebouwd. Deze stichting zal geld lenen. Van wie zij dit geld zal lenen is nog in het geheel niet bekend. Wanneer men het van derden leent, zal de gemeente zich waar schijnlijk garant moeten stellen voor de betaling van rente en aflossing. Dat betreft echter niet een investering. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 290