-16 maart 1960 -
38.
Soest ook een vertegenwoordiger van de Oranjevereniging "Wilhelmina"
te Soesterberg zitting zou hebben Thans wordt de indruk gewekt, dat de
Christelijke Oranjevereniging "Beatrix" niet aan deze herdenking mee wil
doen.
Er wordt een krediet gevraagd van 11.2,00,--. De Christelijke
Oranjevereniging "Beatrix" zal ook een bijzondere avond organiseren, waar
een gezelschap zal optreden en een historisch spel zal worden opgevoerd.
Is het de bedoeling dat "Beatrix" deelt in het genoemde krediet en een
zekere vergoeding krijgt voor de te maken kosten?
De heer HOM betreurt het met de heer Brouwer dat het boekje
voor de schooljeugd niet ter inzage heeft gelegen.
Wanneer dit boekje zonder meer in de klas wordt uitgereikt,
ziet spreker daar niet veel heil in. Het zou gewenst zijn dat het onderwij
zend personeel er bij de uitreiking bijzondere aandacht aan schenkt. Des
noods zou het boekje kunnen worden uitgereikt met een begeleidend schrijven
van het college of van het Oranje Comité.
Mevrouw MUUR LING—Voorthuis zegt dat haar eerste gedachten
bij het kennisnemen van dit voorstel waren; Wie zal de auteur van dit boekje
zijn; wie de uitgever; zal het worden uitgegeven met veel of weinig illustra
ties Illustraties maken een dergelijk boekje voor het kind aanlokkelijk.
Toen dacht zij dat het misschien beter zou zijn het boekje alleen aan het
onderwijzend personeel uit te reiken, dat het dan met de kinderen kan door
nemen. De kinderen zouden dan iets attractievers kunnen krijgen. Zij ge
looft namelijk dat een boekje in de speelgoedkast verdwijnt en daarin blijft
liggen. Zij herinnert zich nog goed dat zij, toen Koningin Wilhelmina 25 jaar
aan het bewind was, op school een beker kreeg. Zij heeft die nog. Een der
gelijk geschenk spreekt het kind meer aan. De aan de Kerkstraat gevestigde
pottenbakkerij zou best iets aardigs kunnen ontwerpen. Dan hebben de kin
deren een aardige herinnering aan deze dag. Over de gedachte om de kinderen
een boekje te geven is spreekster dus niet erg enthousiast. Zij gelooft dat er
daarbij slechts één in zijn vuistje zal lachen, namelijk de uitgever van het
bo ekj e
De heer ELBERTSE is ook niet erg enthousiast over het verstrek
ken van een boekje. Heeft het onderwijzend personeel zijn mening over dit
idee kunnen geven? Spreker stelt voor het hiervoor uitgetrokken bedrag op
andere wijze te besteden en wel voor het aankopen van materiaal voor het
onderwijs in het algemeen, waardoor men bij het onderwijs in de vaderlandse
geschiedenis de kinderen met beter materiaal de oorlogsjaren en al hun
gevolgen kan toelichten. Dan nemen niet alleen de kinderen die dit jaar op
school zijn, maar ook alle daarna komende klassen een herinnering aan de
oorlogsjaren mee.
Mevrouw POLET-Musler vindt het juist een buitengewoon aardig
idee van het college om de schoolkinderen een herinnering aan deze Bevrij
dingsdag te geven in de vorm van een boekje. Zij kan zich niet herinneren
als kind ooit een beker te hebben gekregen. Haar eigen kinderen hebben echter
nog niet lang geleden een beker ontvangen. Zij kreeg niet de indruk dat ze
daar erg van onder de indruk waren, Er is vrij kort na de bevrijding ook een
boekje aan de schooljeugd uitgereikt. Dat heeft zeer aangesproken. Spreekster
gelooft niet dat men er bang voor behoeft te zijn, dat het uit te reiken boekje
verkeerd zal werken en de jeugd teveel zal schokken, In dit verband betreurt
ook zij het dat het boekje niet ter inzage heeft gelegen. De raad kent niet
eens de uitgever en de auteur.
Ook over de tachtigjarige oorlog zijn verschillende boeken voor
de jeugd geschreven. Daarin worden heldenmoed, trouw en toewijding naar
voren gebracht, waardoor deze boeken een bepaalde opvoedkundige waarde
hebben. Spreekster gelooft dat het zeker mogelijk moet zijn ook over de
oorlogsjaren en het verzet een boek te schrijven, waardoor de kinderen ken
nisnemen zowel van de histcrische achtergronden als van de diepe bewogen
heid die de mensen in die tijd heeft gedreven. Een boekje dat naast het
geschiedenisonderwijs wordt gebruikt, laat veel meer sporen achter bij
- het -