-13 april 1960 -
46.
instemming van deze commissie. Getracht wordt deze verdeling zo eerlijk
mogelijk te doen geschieden. Het blijft natuurlijk altijd een persoonlijk in
zicht. Spreker kan mevrouw Muurling echter een paar honderd adressen
geven die zij kan bezoeken en ten aanzien waarvan zij dan tot de conclusie
zal komen, dat het bijzonder gewenst is dat de betrokkenen vóór de winter
aan andere woonruimte worden geholpen. Bij de woonruimteverdeling is nu
eenmaal de moeilijkheid dat er een dermate groot tekort aan woningen is
dat men vele mensen moet laten zitten, die men dolgraag zou helpen.
De wethouder VAN ZADELHOFF maakt ernstig bezwaar tegen het door
mevrouw Muurling gebruikte woord "onpartijdig". In feite is het gehele
college voor de woonruimteverdeling verantwoordelijk. In de praktijk komt
het er op neer dat de burgemeester met de genoemde commissie uit de raad
dit werk doet. Het is de wethouders nooit gebleken dat dit werk niet onpar
tijdig zou geschieden. Spreker verzoekt mevrouw Muurling het woord
"onpartijdig" terug te nemen.
Mevrouw MUURLING-Voorthuis zegt te voelen dit woord ongelukkig
gekozen te hebben en het onmiddellijk terug te willen nemen.
De VOGRZITTER: Ik dank u wel.
Hierop worden de beide brieven gesteld in handen van B&W ter af
doening
b. Schrijven van gedeputeerde staten te Utrecht d.d. 29 februari 1960,
3e afdeling, nr 3861'59/977 inzake waterleiding onrendabele gebieden.
Dit schrijven wordt aangenomen voor kennisgeving.
c. Verzoek d.d. 8 maart 1960 van het bestuur van de vereniging "De School
met den Bijbel" te Soest om medewerking als bedoeld in art. 72 van de
Lager-onderwijswet 1920 voor het maken van een springbak t.b.v. de
Groen van Prinstererschool.
Dit verzoek is inmiddels in behandeling genomen.
d. Schrijven d.d. 25 maart 1960 van diverse bewoners aan de Bilderdijklaan
inzake het vestigen van een bedrijf aan de HenrBlaekweg.
De heer DIJKSTRA heeft de indruk gekregen dat het hier een bijzonder
vervelende aangelegenheid betreft, die mede door eigen schuld der gemeente
is ontstaan. Is hij juist ingelicht, dan is namelijk geruime tijd geleden de
onderhavige grond door de gemeente verhuurd aan de heer Schaatsbergen,
de eigenaar van het thans op dit terrein te vestigen bedrijf. Sprekers opmer
king komt dus rijkelijk laat, eigenlijk te laat. De raad heeft namelijk niet
tijdig gelet op de consequenties die aan deze verhuur vastzitten. Spreker wil
eerlijk erkennen daar destijds geen erg in te hebben gehad.
Het maakt op hem en ook op anderen echter een wonderlijke indruk,
dat in een nieuwe woonwijk een fabriek, althans een bedrijf wordt gesticht.
Dit acht hij volkomen in strijd met de opzet van een nieuwe woonwijk te Soest.
Het gaat hier om een alleraardigste woonwijk, waarvan de bewoners veel zorg
aan hun huizen en tuintjes besteden. Naar sprekers oordeel hebben de rekwes
tranten wel gelijk - niet wat de vorm van hun rekwest, maar wel wat de strek
king daarvan betreft. Hij kan zich levendig het bezwaar van de omwonenden
indenken, dat hun buurt in aanzienlijke mate wordt gedevalueerd door de vestiging
van dit bedrijf.
De heer Pieren heeft de gelukkige suggestie gedaan om het terrein in
kwestie, dat wordt ingesloten door de HenrBlaekweg, de van Lenneplaan en
de Bilderdijklaan, te bestemmen voor plantsoen, speeltuin enz. Daardoor zou
een oplossing worden verkregen die volkomen harmonieert met de bestemming
van deze wijk.
Spreker verzoekt het college in de eerste plaats om de huidige toestand
te bevriezen en dus geen verdere verplichtingen aan te gaan. In de tweede
plaats vraagt hij, of het college kan mededelen in hoeverre de gemeente reeds
onherroepelijke verplichtingen heeft aangegaan en bindende toezeggingen heeft
gedaan. In de derde plaats spreekt hij de hoop uit dat het college, wanneer
dit mogelijk is, bereid is een stap terug te doen, opdat men van dit onzalige
plan afkomt, zonder zich overigens te onttrekken aan zijn verplichtingen.
- De -