-15 februari 1961 - De wethouder VAN ZADELHOFF merkt met betrekking tot het eerste door de heer Hilhorst genoemde punt op, dat de betrokken eigenaar geen contact met de gemeente heeft gezocht. De heer HILHORST'. Maar dat was niet toegezegd'. De wethouder VAN ZADELHOFF merkt <-»p dat de heer Hilhorst de vorige maal heeft gezegd, dat de betrokken eigenaar de wens te kennen heeft gegeven met de gemeente te onderhandelen. De betrokkene laat der gelijke zaken meestal lopen via zijn makelaar. Het gemeentebestuur heeft ten overvloede deze makelaar ook om inlichtingen hierover gevraagd. De makelaar heeft pertinent ontkend opdracht te hebben gekregen om over deze kwestie met de gemeente te gaan praten. Dit neemt niet weg dat het college, nu het van de heer Hilhorst heeft vernomen dat de betrokkene wil onderhan delen, opdracht heeft gegeven die onderhandelingen te openen. Het andere door de heer Hilhorst aangesneden punt is erg moeilijk om over te spreken. De meeste raadsleden zullen waarschijnlijk niet hebben begrepen, waarop de heer Hilhorst heeft gedoeld. Soest valt met de andere gemeenten in de Utrechtse Heuvelrug onder een streekplan voor dit gebied. De bedoeling daarvan is in hoofdzaak het behoud van de recreatieve ruimten. Het wegenbeloop speelt daarbij een belangrijke rol.De burgemeester van Baarn vertegenwoordigt in de desbetreffende werkcommissie de gemeenten Baarn en Soest. De burgemeester van Baarn krijgt dus de gegevens uit de eerste hand, maar hij is altijd zeer correct en hij geeft de gegevens steeds door aan de gemeente Soest. De gegevens waarover de heer Hilhorst be schikt, heeft het college nog niet ontvangen. Spreker kan zich echter voor stellen de vrees van de heer Hilhorst, dat over Soest en zonder Soest wel eens iets zou kunnen gebeuren. Het college zit op het ogenblik met een aan vrage voor een verbouwing die niet geheel volgens het uitbreidingsplan kan en die te maken heeft met het tracé van de weg zoals Soest die wenst. Deze aanvrage is voor het college reden om met de betrokken instanties meteen een gesprek te krijgen over het verloop van de weg. Hierover zal het college waarschijnlijk binnen een week wel iets meer weten. Mevrouw PO LET-Musier merkt op dat inwoners van Soestduinen in beroep bij de kroon zijn gegaan tegen een beslissing van het college op een hinder wetaanvrage uit Soestduinen. In dit beroeps schrift worden rap porten aangehaald, waarover het college beschikt. Kunnen deze rapporten ook voor de raadsleden ter inzage worden gelegd? De VOORZITTER zegt dat daar geen bezwaar tegen is. Hierop sluit hij, te 22.05 uur, de vergadering. Aldus vastgesteld op 21 juni 1961. De Burgemeester, De Secretaris

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 129