-15 maart 1961 -
68.
Toen deze emotionele gedachten enigermate waren gezakt, heeft spreker
zich nuchter over de vragen heengebogen en zich afgevraagd; Wat is eigenlijk
de bedoeling geweest van de heer de Bruin; wil deze het college graag de
gelegenheid geven om de dienst gemeentewerken een pluim op de hoed te
steken vanwege de in de vragen bedoelde keurwoningen? Spreker gelooft
namelijk dat - en hier heeft ook mevrouw Polet op gedoeld - men als gemeen
tebestuur van Soest er trots op mag zijn dat de betrokken plannen tot keur-
plannen zijn verheven. Dit laatste betekent overigens allerminst dat het hier
de beste woningen betreft, die er ooit in Nederland zijn gebouwd. Deze wo
ningen zijn echter uitgekozen in de eerste plaats omdat het goede woningen
zijn en in de tweede plaats omdat ze efficiënt zijn te bouwen, tengevolge waar
van ze een lage aanneemsom vergen. Nog iedere dag raadt volkshuisvesting
de gemeentebesturen aan zich in verbinding te stellen met de gemeenten
-waaronder Soest - die beschikken over dergelijke plannen. De Soester plan
nen zijn oorspronkelijk ontworpen door de toenmalige architect van de ge
meente, de heer Schneider, met zijn medewerkers. Ze zijn later ook door
de opvolgers van de heer Schneider in Soest uitgevoerd.
Wat het oogmerk van het stellen van deze vragen betreft, is spreker ge
rustgesteld. De heer de Bruin blijkt zijn vragen te hebben gesteld op grond
van de beduchtheid, dat gemeentewerken het werk niet meer aan kan. Wat
dit betreft kan spreker er wel mede instemmen dat deze vragen zijn gesteld.
Inderdaad is bij de aanbesteding te Scherpenzeel een te hoge prijs uit de
bus gekomen. Er heeft gisteren hierover een bespreking met volkshuisvesting
plaatsgevonden. Het aanbrengen van bezuinigingen op of veranderingen aan
deze woningen is niet toegestaan. Door een paar slimmigheden is echter toch
bereikt, dat waarschijnlijk binnen enkele dagen wel overeenstemming over
de prijs zal worden verkregen.
Spreker gelooft dat Soest ten opzichte van Scherpenzeel op het ogenblik
niet anders kan doen, dan de indertijd toegezegde hulp te blijven verlenen.
Scherpenzeel heeft indertijd gevraagd, of Soest op zich zou kunnen nemen
zowel al hetgeen des architects is als het toezicht. Het gemeentebestuur van
Soest heeft daarop geantwoord niet over voldoende mensen te beschikken om
ook het toezicht op zich te nemen, maar bereid te zijn het architectengedeelte
te verzorgen, mits dit tot het minimum beperkt blijft. De gemeente Scher
penzeel heeft inmiddels een ambtenaar aangetrokken, die het toezicht zal
uitoefenen en die men na afloop van deze bouw in dienst wil stellen van een op
te richten bouw- en woningdienst. Spreker neemt derhalve aan dat dit iemand
is van een dusdanig kaliber dat hij vrij veel zelf bij deze bouw kan uitvoeren.
Er zijn op het ogenblik 13, 14 gemeenten en 2 woningbouwverenigingen
die interesse hebben voor de Soester bouwplannen. Het zou voor de gemeente
Soest ondoenlijk zijn - het zou dit ook op 16 november reeds zijn geweest -
al deze gemeenten volledige hulp te verlenen. Getracht zal moeten worden
met deze gemeenten tot een oplossing te komen. Nu de Soester plannen tot
keurplannen zijn verheven, gelooft spreker dat Soest alles moet doen om de
andere gemeenten de hulp te verlenen die gegeven kan worden zonder dat
Soest daardoor de eigen dienst zou schaden. Verschillende van de betrokken
gemeenten beschikken over een eigen dienst, zodat ten opzichte van die ge
meenten de hulp alleen zal behoeven te bestaan uit het zenden van de plannen
en de bouwtekeningen en misschien een enkele bespreking. Veel verder zal
Soest ook moeilijk kunnen gaan.
De heer DIJKSTRA: Het is dus niet zo dat wij ook in andere gemeanten
de directievoering op ons gaan nemen?
De wethouder VAN ZADELHOFF: Wij zouden dit werk onmogelijk in
14 gemeenten aankunnen.
De heer DE BRUIN zegt dat het hem natuurlijk ontzettend spijt de
heer van Zadelhoff een beetje zenuwachtig te hebben gemaakt. Dat is in het
geheel niet zijn bedoeling geweest. Die zenuwachtigheid van de wethouder
concludeert spremer uit het feit, dat hij sinds zijn raadslidmaatschap de heer
van Zadelhoff nooit iets van een papiertje heeft doen voorlezen, terwijl dit
thans wel het geval is geweest.
- Het -