-15 maart 1961 -
74.
elkaar. Wanneer men los van elkaar zijn plannen opstelt, is het geens
zins denkbeeldig dat men op een gegeven moment in een zodanige situatie
komt, dat men zegt: Hadden wij dat geweten, dan hadden wij contact met
elkaar opgenomen en hadden wij dit voorkomen.
De heer HILHORST wijst er op dat ditzelfde werk eigenlijk al wordt
gedaan door de commissie voor het plan voor de Utrechtse Heuvelrug, De
bij het thans voorgestelde onderzoek betrokken gemeenten vallen ook onder
het plan voor de Utrechtse Heuvelrug, al betreft het laatste plan nog meer
gemeenten.
De VOORZITTER: Neen. Van de bij het voorgestelde onderzoek
betrokken gemeenten, is Soest de enige die ook valt onder het plan voordde
Utrechtse Heuvelrug. Soest zit dus in twee dingen: in de thans voorgestelde
samenwerking en in het streekplan voor de Utrechtse Heuvelrug.
De heer HILHORST: Zaten wij daar maar in'. Soest is in de desbe
treffende commissie niet vertegenwoordigd.
De VOORZITTER wijst er op dat Soest wel is vertegenwoordigd in
de grote commissie voor het streekplan voor de Utrechtse Heuvelrug, doch
niet in de dagelijkse commissie. Het streekplan voor de Utrechtse Heuvel
rug is door de provincie opgezet. Daarnaast zijn de in het onderhavige voor
stel genoemde gemeenten met elkaar overeengekomen de ontwikkeling van
hun gebied te bespreken - dus buiten de provincie om, al zullen vertegen
woordigers van de provincie Gelderland en de provincie Utrecht als waar
nemers aan het overleg deelnemen.
Van Soest zijn er reeds enige gegevens bekend, die door de provincie
zijn verzameld in het kader van het plan voor de Utrechtse Heuvelrug.
Daarnaast zijn er de gegevens van het structuurplan. Deze gegevens zullen
allemaal worden ingebracht. Hetzelfde zullen de andere deelnemende ge
meenten doen. Men krijgt dein een inzicht met betrekking tot de gehele streek.
Daarover zal een rapport verschijnen. Op grond daarvan maken ook Soest
beter zijn beleid bepalen.
Mevrouw POLET-Musler zegt dat indertijd voor Soest zelf een
sociaal-economisch rapport is opgesteld» Blijven dergelijke onderzoeken
thans achterwege, omdat voor de uitbreidingsplannen kan worden geput uit
de gegevens die door het voorgestelde gemeenschappelijk onderzoek naar
voren komen
De VOORZITTER zegt dat Soest beschikt over het structuurplan
van het vorige jaar. Daarvoor is - in 1947 - het rapport van dr. Vlak uitge
bracht. Deze zaken verouderen echter vrij snel. De provinciale plaono-
gische dienst heeft ook heel wat gegevens, die de gemeente regelmatig ter
kennis komen via de rapporten inzake het streekplan voor de Utrechtse
Heuvelrug. Het N.E.I.dat het thans voorgestelde onderzoek zal instellen,
komt eveneens met rapporten, die ook ter beschikking van Soest zullen
staan. Prof. Klaassen zal niet alleen de oude gegevens van Soest verwerken,
maar ook nieuwe onderzoekingen instellen.
Mevrouw POLET-Musler: Wij kunnen dus als gemeente over deze
gegevens beschikken?
De VOORZITTER: Inderdaad.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
47.Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 der
Lager-onderwijswet 1920:
a, voor de stichting en inrichting van een lokaal c.q. noodlokaal ten behoeve
van de Christelijke school voor gewoon lager onderwijs te Soesterberg;
b. voor het maken van een berging ten behoeve van de Christelijke school
voor gewoon lager onderwijs te Soesterberg,
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
- 48. -