15 maart 1961 - 78. De heer ELBERTSE dringt er naar aanleiding van deze overschrijding op aan niet alleen ten opzichte van de door de raad gevoteerde totaal-bedra gen, maar ook ten -aanzien van de onderdelen daarvan kredietbewaking te doen plaatsvinden. De wethouder K. DE HAAN zegt dat deze aangelegenheid inderdaad niet is gelopen zoala had behoren te geschieden. Men had beter gedaan in 1959 bij de kredietaanvrage de opname te herzien in verband met prijs stijgingen e.d. Dat is niet gebeurd. Er is in 1959 een krediet gevoteerd, dat op dat moment al aan de lage kant was. Bij de uitvoering bleek boven* dien dat de opname in de praktijk niet geheel kon worden uitgevoerd. Toen in het voorjaar van 1960 deze werkzaamheden werden uitgevoerd, had men beter gedaan de noodkreet te uiten: Wij kunnen hiermede niet uitkomen; kunnen wij om die en die reden een aanvullend krediet krijgen? Dat is niet gebeurd. Toen het college op een gegeven moment informeerde, hoe het stond met de aanschaffing van het buitenmateriaal en de bouw van de berging, bleek dat het krediet op was. Daarvoor bestonden zeer plausibele redenen, maar dit had inderdaad eerder kenbaar moeten worden gemaakt. De des betreffende ambtenaar is toen vrij "potig" onderhanden genomen. Het resul taat is geweest, dat thans het onderhavige voorstel voorligt, In de geest van hetgeen de heer Elbertse heeft betoogd, is er bij de ambtenaren op aange drongen nauwlettend toe te zien op de kredieten, ook wat de onderdelen betreft. Wanneer een bepaald onderdeel meer gaat kosten, mag dit niet gaan ten koste van andere onderdelen. Men moet dan onmiddellijk met de zaak voor de dag komen. Vooral wanneer het - zoals in het onderhavige geval - een moeilijk te overziene zaak betreft, kunnen zich tegenvallers voordoen. Daarmede moet men dan zo spoedig mogelijk "voor de draad" komen. Met de vragenstellers is spreker het eens dat in het onderhavige geval de gevolgde werkwijze als niet juist moet worden gekenschetst. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 55. Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 50 van de Kleuteronderwijswet aan het bestuur van O.L. Vrouwe Stichting voor enige voorzieningen en aanschaffingen t.b.v, de R.K. kleuterschool te Soestdijk. 56, Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het herstellen van de nijverheidsschool aan de Molenstraat. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangaiomen, 57, Voorstel tot aankoop van grond voor verbreding van: a. de Nieuwstraat van K.Verbaan. Dit voorstel wordt teruggenomen, b. de Kostverlorenweg van .G.H.G.Menink. Dot voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 58. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de woning Nieuweweg 114, alhier. Mevrouw MUURLING-Voorthuis is zeer verheugd over dit voor stel, Dit voorstel komt zeker niet te vroeg Vanmiddag heeft spreekster na melijk geconstateerd, dat de vloer het heeft begeven. Het is een gelukkige omstandigheid, dat het gezin met drie kleine kinderen thans een tijdelijk onderdak heeft gevonden, waar het veel meer levensruimte heeft. Spreekster juicht het toe dat voor de lichamelijke opvoeding veel geld wordt gevoteerd. Dit is echter slechts één facet van de algehele vorming en opvoeding van de jeugd. Een zeer belangrijk facet daarbij is de algehele vorming thuis. Het is daarom noodzakelijk een goede leefruimte thuis te scheppen. In verband daarmede wil spreekster van deze gelegenheid gebruik maken om de kwestie van de krotwoningen nog eens onder de aandacht van het college te brengen; - Mevrouw -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 155