- 15 maart 1961
83.
De heer DE BRUIN: De heer Pieren heeft óf niet goed naar mij ge
luisterd óf mij niet begrepen.
De heer HOM wijst er op dat wanneer een vereniging een gebouwtje
op een terrein der gemeente heeft staan, zij dat gebouwtje moet achterlaten
indien ze van het terrein vertrekt. Hij juicht daarom het onderhavige voor
stel toe, dat inhoudt dat de gehele sportaccommodatie in één hand komt.
De verenigingen kunnen de accommodatie dan huren van de gemeente. Dat
is de beste oplossing.
De heer KALDEN is verheugd over dit voorstel. Alleen blijkt uit de
cijfers dat "Soesterberg" er wel erg slecht afkomt.
De heer ELBERTSE kan zich in principe wel verenigen met het voor
stel om de accommodatie van de sportverenigingen over te nemen. In het
voorstel staan niet vermeld de terreinverlichtingen en de afscheidingen, die
naar sprekers oordeel nog wel eens iets te wensen overlaten. Het krediet
van 60.000,-- is dan ook nog slechts een aanloopje. Hij wordt gaarne
- liefst zo spoedig mogelijk - geihformeerd ten opzichte van de vraag, met
welke bedragen deze overneming van de accomodatie door de gemeente
precies gepaard zal gaan.
Voorts heeft het spreker bevreemd, dat ten opzichte van de thans uitge
trokken bedragen voor het overnemen en herstellen van de gebouwtjes geen
rapporten aanwezig waren bij de stukken, zodat men geen indruk heeft kun
nen krijgen van de normen die zijn aangelegd bij het bepalen van de waarde
van de opstallen.
Voorgesteld wordt over te gaan tot stichting van twee nieuwe clubge
bouwen. Wanneer deze voordracht wordt aangenomen, zal hiermede in de
toekomst wel worden doorgegaan. Zou het geen aanbeveling verdienen voor
deze clubgebouwen prefabs toe te passen, hetgeen de kosten beslist zal
drukken?
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat de heer Hom het voordeel
van de voorgestelde overneming zeer juist heeft gekenschetst. Als voorbeeld
wijst spreker er op dat wanneer de hockeyclub "Soest" in september de vel
den aan de Schrikslaan gaat bespelen, -het veld aan de Birkstraat vrijkomt.
Daar staat nog een gebouwtje van de hockeyvereniging. Wat is nu gemakke
lijker dan dat de gemeente dit gebouwtje ovèrneemt en het met het veld ver
huurd aan een korfbalvereniging? Hetzelfde ziet men bij de terreinen aan
de Ferdinand Iiuijcklaan, waarop tot nu toe B.D.C. heeft gespeeld. Wanneer
de gemeente het daar staande gebouwtje van B.D.C. overneemt, kan het dit
verhuren aan V.V.Z. die voorlopig van het terrein aan de Ferdinand Huijck-
laan gebruik zal maken tot dat de twee nieuwe velden aan de Bosstraat gereed
zijn, waarvan V.V.Z. et één zal krijgen.
Als antwoord aande heer de Bruin zegt spreker dat de toto inderdaad
tot nu toe speciaal de voetbalverenigingen vrij belangrijke inkomsten heeft
verschaft. Hij is echter bang dat deze inkomsten voor de voetbalverenigingen
in de toekomst wat zullen teruglopen, nu de toto niet alleen meer is voorbe
houden aan de voetbalverenigingen. Alle verenigingen kunnen thans namelijk
deelnemen aan de toto. Iedere sportvereniging - ook gymnastiekverenigingen
enz. - zal thans haar best doen leden te krijgen die meespelen in de toto.
En die leden ontvallen dan de voetbalverenigingen. Al zullen tengevolge van
verhoging van de belangstelling de inkomsten via de toto in totaal stijgen,
voor de voetbalverenigingen zullen ze ongetwijfeld teruglopen. Wanneer men
nu ziet dat de vereniging die er te Seest het beste voorstaat - namelijk
S.E.C., die nooit een beroep op de jeugdsubsidie heeft gedaan - thans wel
de hulp van de gemeente inroept voor het stichten van een nieuw clubgebouw,
nieuwe kassa's en een gebouwtje voor de scheidsrechter, dan heseft men
dat de financiële toestand van de sportverenigingen heus niet zo rooskleurig
is. Spreker gelooft dat in de toekomst het particulier initiatief op geheel
andere wijze tot uitdrukking moet komen dan tot dusverre het geval is geweest.
Het -