-15 maart 1961 - 85. De VOORZITTER zegt dat over de aankoop van de grond over eenstemming met de verkoper bestaat. Hij meent dat er al een concept overeenkomst is. Deze aankoop komt misschien in de eerstvolgende en anders in de daarop volgende raadsvergadering. Wanneer men met de aan leg kan beginnen, duurt het dus nog de door de heer van Zadelhoff genoemde twee jaar, voordat de velden kunnen worden bespeeld. De heer ELBERTSE vraagt of met de onder a en b in het voorstel genoemde kredieten prefab gebouwtjes worden gesticht. Of zullen normale stenen gebouwtjes worden geplaatst? De wethouder VAN ZADELHOFF zegt met betrekking tot het onder vermelde bedrag te vermoeden dat men daarvoor zonder hulp der vereniging niet eens het gebouwtje kan plaatsen. De vereniging zelf heeft bepaalde wensen kenbaar gemaakt, die naar sprekers oordeel aan de hoge kant liggen. Het college heeft daar wat van afgedaan, maar ook dan komt men tot een hoger bedrag dan in het voorstel wordt vermeld. Vooral wanneer men een eenvoudig buffetje met zitgelegenheid wil hebben, komt men tot vrij hoge bedragen voor de stichting van een dergelijk gebouwtje. Het college gelooft echter dat met het voorgestelde bedrag de vereniging een zodanige steun krijgt, dat men tot een behoorlijk geheel kan komen. De heer ELBERTSE: Zal deze lijn met betrekking tot alle buiten sportverenigingen worden doorgetrokken of betreft het hier een incidenteel geval? De wethouder VAN ZADELHOFF: Wanneer dit voorstel wordt aan genomen heeft de gemeente praktisch alles. Het enige waaraan niet is ge dacht, zijn enkele bezittingen van S.E.C. De heer DIJKSTRA merkt op dat niet is ingegaan op zijn opmerking inzake de ongelukkige tegenstelling die is gelegen in het feit dat vrijwel gelijktijdig met de opvoering van de gemeentelijke inkomsten uitgaven zullen worden gedaan die niet gezond rendabel kunnen worden genoemd. Deze uitgaven die op zichzelf volkomen logisch zijn - dit stelt spreker voorop - mogen niet los worden gezien van een prioriteitenschema. Deze dingen dreigen de raad elke keer als zand door de vingers te lopen. Spreker geeft toe dat het zeer moeilijk is een prioriteitenschema strak vol te houden, maar men kan dit toch ook niet helemaal laten schieten. De vereni gingen waarom het in dit voorstel gaat, hebben vandaag de dag voor het over grote deel een clubhuis of een kleedlokaal. Het is allemaal wel niet even prachtig, maar ze hebben toch wat. Daartegenover staan andere sportvereni gingen die een schromelijk tekort hebben; Men denke slechts aan het tekort aan gymnastieklokalen en de apparatuur die daarbij behoort, aan de volley- balveldenkwestie enz. Samenvattend zegt sprekEr gaarne akkoord te gaan met de gedachte, dat waar de gemeente heeft te zorgen voor de sportaccomodatie, die ook gecompleteerd moet worden met clubhuizen, kleedlokalen etc. Uit een oogpunt van rechtvaardigheid mag daarbij echter niet alleen worden gedacht aan de veldsportverenigingen, Men dient deze zaak ook te beschouwen vanuit de vraag: wat is het meest noodzakelijk? De wethouder VAN ZADELHOFF vreest dat de heer Dijkstra meent dat spreker zwaar geporteerd is voor de buitensporten en dat de binnenspor ten enigszins stiefmoederlijk bedeeld worden. Zo is het geenszins. Had de gemeente de mogelijkheid gymnastieklokalen te bouwen, het college deed de raad daartoe onmiddellijk een voorstel. Keurt de raad de kredieten voor de aanleg van sportvelden goed, dan krijgt de gemeente ook goedkeuring om deze werken uit te voeren. Het heeft echter geen zin een krediet beschikbaar te stellen voor de bouw van een gymnastieklokaal, want de gemeente krijgt daarvoor eenvoudig geen goedkeuring. De heer DIJKSTRA: Maar de apparatuur? Mevrouw PO LET-Musier: Waar wilt u die apparatuur dan neerzetten? - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 169