13 januari 1961 - 8 Het vliegveld komt in een steeds groter agglomeraat van mensen te liggen. De moeilijkheden worden steeds groter en niet minder. Spreker ziet er van komen dat men met de verbindingsweg Soesterberg-Soest hoe langer hoe meer naar de richting van Amersfoort moet uitgaan en dat Soest en Soesterberg geheel los van elkander komen te zitten. Hij gelooft dat er een dag zal komen, dat men moet zeggen: Dit kan zo echt niet langer met het vliegveld. Hjj vraagt zich daarom af, of het op het ogenblik geen tijd is om als gemeente Soest een protest te laten horen met het oog op het feit dat de toestand zo niet langer kan, omdat het vliegveld te veel hinder gaat veroorzaken. De VOORZITTER zegt dat het hier betreft een materie met enorm veel aspecten. Het preadvies van het college is eigenlijk bedoeld om de gedachten enigszins te bepalen. Het college heeft in het geheel niet gesteld, dat het vliegveld geen hinder veroorzaakt. B&W weten heel goed dat deze hinder bestaat. Spreker is van oordeel, dat deze hinder voor Soest te verwaarlozen is. De hinder te Soest is bepaald niet groter dan die in andere plaatsen in Nederland, bij voorbeeld in het oosten van de provincie. In Soesterberg is de hinder plaatselijk - vooral in het gedeelte ten zuiden van de Rademaker straat - zeer groot. Het merkwaardige is echter, dat de vliegbasis Soesterberg veel meer hinder buiten dan in de gemeente veroorzaakt. De hinder die de gemeenten Zeist en De Bilt van het vliegveld ondervinden, is niet te ver gelijken met de hinder die Soesterberg ervan heeft. Daar komt bij dat ge noemde gemeenten geen binding met het vliegveld hebben. Zij hebben er alleen maar de last van. Daarom is het te begrijpen dat het zwaartepunt van actiecomités e.d. niet in Soesterberg maar daarbuiten is gelegen. Spreker gelooft overigens dat er te Soesterberg wel een lid van het actiecomité woont. Dat lid heeft een paar jaar geleden op een zeer ongunstige plaats een huis gekocht en ondervindt thans de hinder van het vliegveld. Spreker kan zich heel goed voorstellen dat gedeputeerde staten en de provinciale staten, die zien welke last het in hun provincie gelegen vlieg veld in wijde kring veroorzaakt, tegen de hernieuwde aanwijzing protes teren. Voor Soest ligt de zaak echter anders. In de eerste plaats heeft Soest dus in verhouding minder last dan de andere gemeenten. In de tweede plaats is het vliegveld langzamerhand enigszins met deze gemeente ver groeid. Er is niet gezegd dat de gelegenheid bestaat om aan de desbetreffende commissie mede te delen, dat men hinder van het vliegveld ondervindt. Er is gelegenheid gegeven om bezwaar te maken tegen het opnieuw aanwijzen van het luchtvaartterrein Soesterberg als vliegbasis. Wanneer de gemeente bezwaar maakt, wil dit dus zeggen dat zij de aanwijzing van het luchtvaart terrein Soesterberg fout vindt. Deze aanwijzing heeft ook vroeger al eens plaatsgehad. Spreker gelooft dat men het toen nooit fout heeft gevonden. De uiterste consequentie van het indienen van bezwaren is dat het vliegveld uit Soesterberg weggaat. Spreker gelooft niet dat men zich dan hier direct behoeft te gaan verdiepen in de vraag, waar het vliegveld in dat geval naartoe moet. Dan komt men op het gebied van de door de heer Brouwer opgeworpen vragen. Wanneer het vliegveld naar een andere plaats gaat, zal het ook daar hinder veroorzaken. Misschien is het mogelijk een plaats te vinden, waar het minder hinder zal opleveren. Toen echter enkele jaren geleden Deelen werd aangewezen als vliegbasis, is een storm van protesten opgegaan. Er werd daarbij gezegd: Nu komen ook straaljagers boven de enkele rustige plekjes die Nederland nog heeft. Daar was dus een plaats uitgezocht waar weinig mensen wonen en juist op grond daarvan kwamen toen de bezwaren naar voren. Er is eigenlijk geen plaats in Nederland, waar het vliegveld zou kunnen worden gevestigd zonder hinder op te leveren. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 16