-15 maart 1961 -
86.
De heer DIJKSTRA: Het interieur van de bestaande gymnastiek
lokalen is rijkelijk voor uitbreiding vatbaar.
De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op met de heer Peet een
bespreking te hebben gehad met de vertegenwoordigers van de gymnastiek
verenigingen bij welke bespreking ook een vertegenwoordiger van het
Nederlands gymnastiekverbond aanwezig was. Deze bespreking is hoofdza
kelijk gegaan over de zaalhuren. Naar aanleiding daarvan heeft het college
het zoè'ven aangenomen voorstel gedaan. Wel hebben tijdens genoemde be
spreking enkele verenigingen even naar voren gebracht over bepaalde toe
stellen te beschikken, terwijl voorts werd opgemerkt dat het aanschaffen
van nieuwe toestellen de verenigingen nog wel zorgen baart. Deze kwestie
ligt te Soest natuurlijk uitermate moeilijk. In de grote steden zijn de gym
nastieklokalen namelijk voldoende voor de gymnastiekverenigingen, omdat
deze lokalen voor het u.l.o. en het v.h.m.o. met toestellen zijn geoutil
leerd. Persoonlijk zou spreker best in overweging willen nemen een even
tuele vraag van de gymnastiekverenigingen, of de gemeente hun toestellen
wil overnemen en deze verenigingen wil behandelen op dezelfde basis als
ten grondslag ligt aan het onderhavige voorstel. Hierop is echter tijdens de
hiervoor aangehaalde bespreking door de gymnastiekverenigingen niet
zwaar de nadruk gelegd. De grote moeilijkheid zat voor deze verenigingen
in de zaalhuur en de kosten van de gymnastiekleraar. Met betrekking tot
het laatste lopen de cijfers zeer uiteen, want voor een kleine vereniging
zijn deze kosten per lid natuurlijk veel hoger dan voor een grote vereniging.
Men moet het onderhavige voorstel echter los zien van de kwestie
van de zaalsport, want ten aanzien van de zaalsport verkeert de gemeente
in de onmogelijkheid een effectief plan uit te voeren.
De heer DIJKSTRA: Maar het college vergeet de zaalsport dus niet?
De wethouder VAN ZADELHOFF: Wij zullen de zaalsport zeker
niet vergeten, maar wij moeten eerst de kans hebben iets te doen.
Wat betreft de volleybalvelden deelt spreker mede dat dezer dagen
pas de goedkeuring is afgekomen voor de aanleg van de twee volleybalvelden
waartoe de raad indertijd heeft besloten. Gedeputeerde staten bemoeien zich
nu ook al met de ondergrond van de velden. Tot nu toe heeft men een stabilow-
produkt voor de volleybalvelden toegepast. Op het ogenblik geven gedeputeer
de staten de gemeente min of meer in overweging tegelbanen te gebruiken,
omdat die minder onderhoud zouden vergen.
De heer DIJKSTRA: Is dat zo
De wethouder VAN ZADELHOFF betwijfelt dit zeer. Het college wil
hierover nog wel eens met gedeputeerde staten van gedachten wisselen. Het
onderhoud van de bestaande velden achter het gemeentehuis is niet groot.
Ze moeten alleen op tijd worden gesproeid, opdat de droge bovenlaag niet
wegwaait, waardoor de onderlaag zou worden beschadigd. De volleyballers
vinden deze velden prima. Spreker kan zich niet voorstellen dat tegelvelden
beter zouden voldoen. Ook een tegelbaan vergt onderhoud, maar bovendien
kent men van de tegeltennisbanen het grote bezwaar van verkeerd liggende
tegels, waardoor men struikelt en waardoor de bal een geheel verkeerd ef
fect krijgt.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot het verlenen van machtiging aan B&W tot verkoop van grond
tussen Dalweg en Molenstraat aan de N.V. Coó'rdinatiebouw.
De VOORZITTER deelt mede dat de financiële commissie het vol
gende advies heeft uigebracht.
De financiële commissie heeft in beginsel geen bezwaar tegen ver
koop doch de prijs dient nader te worden vastgesteld op exploitatiebasis. Het
voorstel ware daarom aan te houden.
De wethouder VAN ZADELHOFF wijst er naar aanleiding van het
advies van de financiële commissie op dat deze prijs is vastgesteld op ex
ploitatiebasis
- Er -