19 april 1961 - 93. b. aan de Oude Postweg te Zeist van de Staat der Nederlanden. De VOORZITTER spreekt een woord van erkentelijkheid uit voor de medewerking die men hierbij van de Staat der Nederlanden heeft ondervonden. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 76. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de woning Lange Brinkweg 1 77. Voorstel tot het onttrekken aan het openbaar verkeer van een gedeelte van weg nr.27 (Heezerspoor). 78. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de verdere aanleg van de Ir. Menlcolaan en het maken van parkeerhavens langs deze laan. 79. Voorstel tot verlenging van de termijn van ontruiming van de onbewoonbaar- verklaarde woning ProfLor ent zlaan 83. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 80. Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan: a. het R.K. schoolbestuur te Soestdijk voor het maken van een berging t.b.v. het gymnastieklokaal behorende bij de Mariaschool voor g.l.o.; De heer DIJKSTRA merkt op dat dit voorstel veel meer inhoudt dan bij oppervlakkige lezing blijkt. Het gaat namelijk om veel meer dan een bergnis. Met deze verbouwing zullen gepaard gaan verplaatsing van toiletten, van trappen, het onderbrengen van balken en allerlei voorzieningen aan de funda menten. Vandaar dit hoge bedrag van 20.000>--. Deze zaak is de raad wel wat cryptisch voorgeschoteld. Spreker zou gaarne zien dat een volgende maal een dergelijk voorstel wat duidelijker wordt opgesteld. De heer DE BRUIN ondersteunt de opmerking van de heer Dijkstra. Beschikt deze school over zo onnoemlijk veel turntoestellen, dat daarvoor een vrij grote ruimte ad 20.000,-- moet worden geschapen? Voor dit bedrag kan anderhalve woningwetwoning worden gebouwd'. De klacht in Soest is juist altijd, dat er zo weinig gymnastiektoestellen zijn. Uit de teke ning blijkt, dat er inderdaad een hele verandering zal plaatsvinden en dat er eigenlijk veel meer zal geschieden dan er in werkelijkheid voor het beoogde doel nodig is De wethouder K. DE HAAN geeft de heer Dijkstra toe, dat alleen de aanduiding "bergnis" wat te simplistisch is. Het gaat hier inderdaad om een vrij ingrijpende verandering. De situatie is op het ogenblik zo, dat aan dit gymnastieklokaal een zeer primitief kleedhokje "kleeft", met een trapje daar naar toe. Aanvankelijk was er in het geheel geen kleedgelegenheid bij dit lokaal. Wil men het lokaal aan minimale eisen laten voldoen, dan zal in ieder geval deze kleedruimte aan merkelijk vergroot moeten worden. Daarnaast is het gewenst van de oppervlakte van het lokaal een zo doel matig mogelijk gebruik te maken. Daarvoor is het nodig de turntoestellen uit het lokaal zelf te verwijderen en ze op te bergen in een nis. Men heeft namelijk rekening te houden met het intensieve gebruik van het gymnastieklokaal buiten schooltijd door verenigingen, die whl over toestellen beschikken. Bij het lager onderwijs zelf wordt niet met toestellen geturnd. Het is dan ook niet zo dat deze bergnis zeer beslist voor het lager onderwijs nodig is. De voorge stelde opstelling is gemaakt in overleg met de consulent voor de lichamelijke opvoeding van de rijksinspectie, die er voor geporteerd is de gymnastieklokalen niet alleen te benutten voor het onderwijs, maar ook voor de verenigingen. Dat is ook logisch, gezien de kapitalen die in een gymnastieklokaal moeten worden geihvesteerd. Het betreft hier het eerste oude lokaal dat men zodanig wil voorzien, dat het aan redelijke eisen zal voldoen. Kostenverhogend hebben bovendien gewerkt het feit dat het een en ander moet worden afgebroken en de omstandigheid dat men een zeer groot hoogte verschil heeft te overwinnen. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 185