-17 mei 1961 -
120.
De hierbij direct betrokken ambtenaren, die dus op een bepaald onderdeel
fouten hebben gemaakt, zijn in het geheel van gemeentewerken zeer trouwe,
zeer deskundige en zeer toegewijde ambtenaren,
Het is voor de betrokkenen inderdaad hard en pijnlijk, dat dit
allemaal zo in de openbaarheid is gekomen, waardoor ze wel heel erg veel
zwaarder worden getroffen. Er is opgemerkt: Wanneer van te voren hierover
overleg was gepleegd, zouden wij een andere, voor de betrokkenen minder
pijnlijke modus gevonden hebben Daarop kan spreker slechts zeggen dat
het hem dan spijt dat dit niet is gedaan. Hij is er overigens nog niet helemaal
van overtuigd, dat men dan inderdaad een dergelijke modus gevonden zou
hebben. Daar de desbetreffende vragen indertijd in een openbare raads
vergadering zijn gesteld en de zaak al in een openbare raadsvergadering is
behandeld, is hij van oordeel dat dan ook de eindbehandeling in volledige
openbaarheid moet geschieden. Hij wil echter gaarne leren en goede adviezen
ter harte nemen. Misschien heeft men wel gelijk, wanneer men zegt dat
indien deze zaak nog eens met de commissie samen was behandeld, er
wellicht een voor de betrokkenen minder pijnlijke modus gevonden zou zijn
- ofschoon het natuurlijk altijd een heel onaangename en pijnlijke zaak blijft.
De heer de Bruin heeft geklaagd over de lange duur van het onder
zoek. Zoals uit het begin van de nota blijkt, is men met de grootste spoed
en voortvarendheid aan de gang gegaan. Men kwam echter tot de conclusie
- achteraf gezien gelooft spreker dat die zeer juist is geweest - dat men
zich bij dit onderzoek moest laten voorlichten en bijstaan door objectieve,
deskundige buitenstaanders. Het onderzoek door de deskundige buitenstaan
ders heeft nogal lang geduurd. Het betrof ook een uitgebreid onderzoek.
De deskundigen moesten van alle dossiers kennis nemen en ook de betrokke
nen horen. Dat heeft veel tijd gekost. Bovendien heeft het even geduurd,
voordat het college de deskundigen bij elkaar had. Het is niet zo eenvoudig
in de eerste plaats om te weten wie men als deskundigen moet aantrekken
en in de tweede plaats om de toezegging van de betrokkenen te krijgen om
als adviseurs van de gemeente op te treden.Spreker gelooft evenwel dat geen
tijd nodeloos verloren is gegaan en dat de tijd die gebruikt is, ook goed is
gebruikt.
De heer de Bruin heeft gezegd, dat niet alles uit de doeken is ge
daan. Dat geeft spreker wel toe. Er blijven natuurlijk altijd vragen. En
achter ieder antwoord rijst weer een nieuwe vraag. Had het college die
vragen weer aan de orde gesteld en had het zich ook daar weer mee bemoeid,
dan was het rpport misschien iets waardevoller geworden - spreker gelooft
overigens niet dat er dan nieuwe feitelijkheden aan het licht zouden zijn ge
komen -, maar dan had het allemaal nog langer geduurd. Op een gegeven
moment moet men een onderzoek beëindigen en de zaak afsluiten. De heer
de Bruin heeft zelf ook gezegd het van belang te achten dat achter deze gehele
aangelegenheid zo spoedig mogelijk een punt wordt gezet.
Uit de aard der zaak zullen uit deze geschiedenis alle hierbij be
trokkenen hun lessen moeten leren en hun conclusies moeten trekken. Wan
neer wordt gezegd dat er bij gemeentewerken moet worden gereorganiseerd,
is spreker het daar wel mede eens. Men moet zich echter ook niet blind
staren op het woord "reorganisatie" en verwachten dat daarvan ineens alle
heil zal komen. Men zal zich eerst ter dege rekenschap moeten geven van de
vraag: In welke zin zullen wij reorganiseren en hoe moet worden gereorga
niseerd. Dat vereist toch wel enige studie» Iedere verandering is nog geen
verbetering. Het alleen om der wille van reorganisatie aanbrengen van
veranderingen, zou van een slecht beleid getuigen. Na zeer veel overleg en
na behoorlijke studie zullen er misschien enige reorganisaties tot stand worden
gebracht. Men dient hierbij ook wel te beseffen, dat men eigenlijk altijd aan
het reorganiseren blijft. Zeker in een gemeente als Soest met een vrij dyna
mische ontwikkeling moet men steeds bijsturen, ook wat betreft de organisa
ties, want hetgeen vandaag eengoede organisatie is, is morgen verouderd.
Steeds komen er nieuwe en andere behoeften, die bevredigd moeten worden.
Daardoor blijft men altijd enigszins aan het reorganiseren.
- Het -