- 17 mei 1961 -
127
105. Voorstel tot het verlenen van ontheffing van de verbodsbepaling opgenomen
in de hinder wet ver ordening aan:
a„ Shell Nederland N.V. te 's-Gravenhage voor het uitbreiden van een ben-
zine-installatie aan cle Birkstraat, alhier;
b. N.V. 't Sticht, Postweg 41, te Soesterberg voor het uitbreiden van een
pottenbakkerij in het perceel Postweg 41 te Soesterberg.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
106. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het treffen van enige
voorzieningen ten aanzien van het politiebureau.
De heer GRIFT wijst er op dat het nog wel vier, vijf jaar zal duren,
voordat het politiebureau kan worden verplaatst naar de nijverheidsschool aan
de Molenstraat. Hij zou het echter wel heel erg vinden, indien tot zolang het
huidige "lijkenhuisje" in gebruik bleef. Dit "lijkenhuisje" kan eigenlijk niet
langer worden gehandhaafd. Hij zou dan ook het krediet liever verhoogd zien,
opdat een nieuw "lijkenhuisje1' kan worden gesticht.
De VOORZITTER is het er geheel mede eens, dat het "lijkenhuisje"
totaal ongeschikt en onbruikbaar is. In het nieuwe politiebureau te Soesterberg
zal echter een dergelijke gelegenheid komen. Die kan dan ook voor Soester
gevallen worden gebruikt. Op het ogenblik moet men uit Soesterberg naar
Soest komen en dan zal men van Soest naar Soesterberg moeten gaan. Het
aantal doden, dat helaas op de weg valt, is evenwel in Soesterberg bepaald
niet minder dan te Soest. Wanneer het nieuwe politiebureau te Soest er is, zal
men zowel te Soesterberg als te Soest over een "lijkenhuisje" beschikken.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
107. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de uitbetaling van be-
lastingschade.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
108. Voorstel tot het verlenen van een krediet voor de aankoop van gasgeisers.
De heer HILHORST wil een opmerking maken, die niet het onderhavige
voorstel betreft, maar die wel verband houdt met het gasbedrijf. Twee weken
geleden was er een commissievergadering, die zodanig was gepland dat de
raadsleden in de gelegenheid zouden zijn de opening van het nieuwe gasbedrijf
mee te maken. De wethouder voor het gasbedrijf bleek echter het hoofd van de
gemeente - dat is nog altijd de raad - niet voldoende te kennen. De raadsleden
zijn voor deze opening namelijk niet uitgenodigd. Spreker betreurt dit in hoge
mate. Daar het hier een zuiver gemeentelijke aangelegenheid betrof, waarvoor
de raad het krediet heeft verleend, hadden de raadsleden voor deze opening
uitgenodigd dienen te zijn.
Mevrouw POLET-Musler en de heer DIJKSTRA ondersteunen het betoog
van de heer Hilhorst,
De wethouder ORANJE merkt op dat hier een misverstand blijkt te
bestaan. Inderdaad is de raad niet uitgenodigd. Of in de commissie is medege
deeld, dat de commissievergadering speciaal is vervroegd om de leden van de
raad in de gelegenheid te stellen deze opening bij te wonen, kan spreker niet
beoordelen, maar dat zou ook een misverstand kunnen zijn geweest.
De leden van de raad zijn niet uitgenodigd, omdat het hier een kwestie
tussen het gemeentebestuur en het G.C.N. betrof, Het ging namelijk om het
door het G.C.N. officieel in gebruik stellen van de ontvangstinrichting, die
door het G.C.N. in het gebouw der gemeente is gesticht. De installatie van
Soest is echter vandaag de dag nog niet eens geheel gereed. Het moment om de
raad uit te nodigen was dus nog niet aangebroken. De gascommissie is wel
uitgenodigd.
De heer HILHORST: Gaat u straks het geval dan nóg eens officieel
in bedrijf stellen?
De wethouder ORANJE: Dat zou overwogen kunnen worden.
De heer HILHORST: Geschiedt dat dan als gevolg van de thans gemaakte
apmeyking of was dit toch al de bedoeling?
- De -