-12 juli 1961 -
150.
165. Voorstel tot uitbreiding van de werkingssfeer van de vakantieregeling voor
kruideniers tot het buurtschap Soesterberg.
166. Voorstel tot wijziging van de verordening, regelende het toezicht op tappe
rijen, logementen en dergelijke, alsmede op publieke vermakelijkheden.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
167. Voorstel tot wijziging van de verordening op de openbare wegen, het open
baar water en de gemeentekade (loslopende honden).
Mevrouw FOLET-Musler leest in het voorstel dat de noodzakelijk
heid is gebleken de bestaande verordening te wijzigen. Er worden echter
geen gegevens genoemd, waaruit deze noodzakelijkheid blijkt. Gaarne ver
neemt zij daarom een motivering van deze wijziging. Op voorhand neemt
zij aan, dat men in het belang van het verkeer deze verordening wil wijzigen.
Wanneer de huidige verordening niet doeltreffend genoeg is, dan
vindt dit zijn oorzaak in het feit dat niet voldoende toezicht op de naleving
ervan wordt uitgeoefend. Door de verordening uit te breiden wordt het toe
zicht niet beter. Op de rijksweg door Soest ziet men regelmatig loslopende
honden, hoewel die daar thans al verboden zijn. Tijdens de vergadering van
de financiële commissie zag men op deze weg een loslopende hond gepasseerd
worden door een politieagent, die geen enkele notitie van de hond nam.
Spreekster vreest dat van de voorgestelde verordening de dupe
worden de mensen die de hond netjes bij zich houden, doch hem niet aan de
lijn hebben. Het gaat echter niet zozeer om de vraag of een hond losloopt
als wel op de vraag of een hond onbeheerd is. Het zijn immers juist de onbe
heerde honden die schade doen.
Mevrouw MUURLING-Voorthuis vraagt wat precies moet worden
verstaan onder de bebouwde kom. Is dat het gebied binnen de borden "50 km"?
De VOORZITTER zegt dat onder bebouwde kom hier moet worden
verstaan de bebouwde kom volgens de algemene politieverordening. Men kent
namelijk verschillende bebouwde kommen. De blauwe borden geven aan de
bebouwde kom volgens het wegenverkeersreglement. In het algemeen vallen
deze kommen samen. In Soesterberg is dit echter niet het geval. Daar
behoort de bebouwing langs de Amersfoortsestraat tot de bebouwde kom
volgens de algemene politieverordening, terwijl volgens het wegenverkeers
reglement de bebouwde kom pas begint bij het benzinestation van de heer
No ut, waar het blauwe bord staat. Wanneer het publiek zich echter houdt
aan de bebouwde kom volgens de blauwe borden, is men reeds een heel eind
in de goede richting. Men wil dus bovendien de grote wegen, voor zover die
niet in de bebouwde kom liggen, onder dit verbod laten vallen.
Als antwoord aan mevrouw Polet-Musler zegt spreker dat de nood
zaak van de wijziging op verschillende manieren is gebleken. In de eerste
plaats noemt hij de ongelukken, die nogal eens door loslopende honden
worden veroorzaakt. Loslopende honden leveren natuurlijk het meeste ge
vaar op op de grote weg, waar ook harder wordt gereden dan in de normale
woonstraten. Er zijn echter ook klachten gekomen - spreker denkt dan
vooral aan Soesterberg - over de door loslopende honden veroorzaakte ver
nielingen aan plantsoenen en tuinen. Beiden redenen hebben tot dit voorstel
geleid.
Een belangrijk punt bij het vaststellen van een verordening is inder
daad de vraag in hoeverre het mogelijk is de verordening te handhaven.
Spreker gelooft nu dat de handhaving van de verordening iets gemakkelijker
is, wanneer zij geldt voor de gehele bebouwde kom dan wanneer ze alleen
betrekking heeft op enkele wegen. Immers: wanneer een hond op een derge
lijke weg wordt gevangen, zal de eigenaar zich dikwijls beroepen op over
macht door te zeggen dat hij aan een zijstraat woont en dat buiten zijn wil
de hond de tuin is uitgelopen en op de grote weg is terechtgekomen.
Spreker geeft echter toe dat ook bij de thans voorgestelde verorde
ning de handhaving een moeilijk punt blijft. Hij ziet niet veel heil in het
vangen van honden. Honden laten zich ook niet zo gemakkelijk door vreemden
- vangen. -