-15 november 1961 - 176 Ten aanzien van deze stukken wordt besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent is voorgesteld. 213. Voorstel tot vaststelling van een aanvulling van de bebouwings voor schrif ten, behorende bij een tweetal uitbreidingsplannen. 214. Voorstel om afwijzend te beschikken op een verzoek tot het doen van een nabetaling in verband met aankoop van grond aan de Plesmanstraat aan C.C. van Weert. 215. Voorstel tot aankoop van grond: a. voor verbreding van het Kerkpad N.Z. van E.H.B.Kraal; b. voor verbreding van de Birkstraat van J.van Barneveld; c. nabij de Noorderweg van mej. E.Oldenhof. 216. Voorstel tot huur van een gedeelte van het pand Steenhoffstraat 7 van mevrouw M.G. Gij zen-Geer ling. 217. Voorstel tot huur van grond nabij de Wieksloterweg O.Z. van J.M.van den Heuvel en verhuur van dit perceel aan de v.v.Hees. 218. Voorstel tot het verlenen van een krediet voor de aanschaffing van meubilair en leermiddelen t.b.v. de: a. Chr. kleuterschool r.e Soest-Zuid; b. Chr. kleuterschool aan de Prins Bernhardlaan. 219. Voorstel tot het verlengen van de ontruiming3termijn van de onbewoonbaar verklaarde woning Lange Brinkweg 1. 220. Voorstel tot onbewoonbaar ver klaring van de woning Kerkstraat 12. 221Voorstel tot het aangaan van een geldlening met de N.V. Bank van Nederlandse Gemeenten. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 222. Voorstel tot het benoemen van een plaatsvervangend lid van de schoon heidscommissie. De VOORZITTER verzoekt de heren Kalden en van Roomen met hem het stembureau te vormen. Met algemene (19) stemmen wordt benoemd de heer H.A. Pothoven» De VOORZITTER dankt de heren Kalden en van Roomen voor de verrichte werkzaamheden. 223. Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan het R.K. schoolbestuur te Soest voor het wijzigen van de verwarmingsinstallatie in de R. K.meisjesschool voor v.g.l.o. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. 224. Voorstel tot verhuring van het jachtrecht op gemeentegrond aan H. van Kooy te Soest. Mevrouw MUURLING-Voorthuis meent dat voor het afschieten vanherten en reeën een speciale vergunning nodig is. Uit de stukken heeft zij omtrent een dergelijke vergunning niets kunnen vinden. Mag daaruit worden afgeleid dat voorlopig in Soest niet op herten en reeën mag worden geschoten? De VOORZITTER deelt mede dat de onderhavige vergunning be treft de uitoefening van het jachtrecht. Deze vergunning omvat al hetgeen de jacht behelst. Daaronder zou dus ook het jagen op reeën en herten kunnen vallen. Voor het afschieten van herten en reeën - herten komen te Soest overigens in het geheel niet voor - is echter een speciale afschotver gunning nodig, die een rijks instantie moet afgeven. Een dergelijke vergunning wordt afgegeven naar gelang de reeënstand is. Aanvankelijk was men met het afgeven van deze vergunningen zeer karig. Daar de reeënstand de laatste tien jaar in Nederland zich sterk heeft uitgebreid, is men op het ogenblik minder karig met het afgeven van deze vergunningen in verband met de schade die door reeën wordt aangericht. Spreker gelooft dat voor het gebied van Soest nog geen vergunning voor het afschieten van reeën is gegeven. Hij meent dat aan deze kant van de spoorlijn slechts sporadisch reeën voorkomen. Hij verneemt van dit gebied ook nooit iets van door - reeën -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 351