-15 november 1961 -
183.
andere verkeer er geen hinder van ondervindt. Wel zal er een enkel
knelpunt komen bij de entree van de gemeente, maar ook daarvoor zal
te zijner tijd wel een oplossing worden gevonden.
Inderdaad wordt er in het rapport betrekkelijk weinig ten
aanzien van prognoses inzake recreatie naar voren gebracht. Al hetgeen
Soest in het eigen structuurplan heeft opgenomen, zal echter in het
kader van dit streekplan mogelijk blijven. Ook de vraagstukken betref
fende bossen en landbouv/gebied zijn in het streekplan op dezelfde wijze
behandeld als in de gemeentelijke uitbreidingsplannen.
Natuurlijk blijven er vraagpunten. De heer de Bruin heeft
gewezen op het feit dat het streekplan de sportvelden binnen de bebou
wingssfeer trekt, waardoor de bebouwingsdichtheid van de stedelijke be
bouwingssfeer nog wordt verzwaard. Dit is in de gemeente Soest niet zo
bezwaarlijk, want de bepalingen in het streekplan over de uitbreiding der
gemeente zijn gebaseerd op een bebouwingsdichtheid van 30 woningen
per ha. Daar blijft echter een gedeelte groen in, waardoor de bebouwings-
dichtheid in andere gebieden hoger wordt. Dat zal men ook wel nodig
hebben. Een van de grondslagen van het plan is: laat de bebouwing in
dit fraaie gedeelte van de provincie niet als een olievlek over het gehele
landschap uitlopen; laat iedere gemeente trachten de voor woningbouw
bestemde gronden zo intensief mogelijk te bebouwen, waardoor men
enerzijds voldoende inwoners kan opnemen en een behoorlijk leefbare
gemeente kan scheppen, terwijl anderzijds door de dichtere bebouwing
meer natuurschoon kan worden behouden en minder landbouwgrond voor
de woningbouw behoeft te worden bestemd. In de bepalingen van het streek
plan zijn overigens wel degelijk mogelijkheden opengelaten om sport
velden buiten de bebouwingssfeer aan te leggen.
De heer de Bruin heeft gezegd het niet geheel eens te zijn
met de tegenargumenten van het college. Hij heeft echter niet medege
deeld waarop deze opmerking precies sloeg. Spreker heeft het bezwaar
van de heer de Bruin dan ook niet geheel begrepen.
Voor een voorlichtingsavond heeft eenvoudig de tijd ontbroken.
De gemeente staat op het ogenblik nu eenmaal eigenlijk met de rug tegen
de muur
De heer van den Arend heeft opgemerkt dat in Zeist ieder
raadslid een exemplaar van het rapport heeft gekregen. Spreker laat in
het midden of het per sé nodig is dat ieder raadslid een exemplaar van
dit boekwerk krijgt. Als ieder raadslid zeer veel belang in deze materie
stelt, zal het college er geen enkel bezwaar tegen hebben alle raadsleden
het rapport te verstrekken.
De gemeente Zeist heeft de gehele behandeling van deze aan
gelegenheid willen uitstellen. Dit is echter onmogelijk. De bezwaren
moeten binnen de wettelijk gestelde termijn worden ingediend, wil de
gemeente haar rechten niet verliezen. Spreker zou echter aan de zojuist
geciteerde concept-brief nog een en ander willen toevoegen. Het zou
z.i. verstandig zijn daarin gedeputeerde staten de suggestie te doen hun
plan in te trekken - zoals bijvoorbeeld de provincie Zuid-holland heeft
gedaan- - en het wederom ter visie te leggen. Dan heeft men nog eens
twee maanden plus een maand voor het indienen van bezwaren en voor het
bestuderen van de materie. Het is evenwel de vraag of gedeputeerde
staten gehoor zullen geven aan een dergelijk verzoek. Men heeft nu te
maken met de wettelijke termijn. En dus zal de raad in deze vergadering
- hoe onaangenaam dit misschien ook is - een besluit moeten nemen.
De opmerking van de heer de Bruin over een verband met
andere streekplannen begrijpt spreker niet goed. In deze provincie
bestaan twee streekplannen. Er is een streekplan waterwingebieden,
dat echter niet zozeer planologisch is bedoeld; men wil erdoor de bodem
verontreiniging tegengaan. Verder is er het streekplan Vechtstreek.
- En -