-15 november 1961 - 184. En men denkt over een nieuw streekplan Gelderse Vallei. Het gebied van de Utrechtse Heuvelrug vormt echter rua gebied uit een oogpunt van natuurschoon en recreatie een zodanige eenheid - al hebben de verschillende gemeenten niet zo heel veel met elkaar te maken - dat de provincie het terecht in een s treekplan heeft samengevoegd. In het hiervoor aangehaalde concept voor een brief aan ge deputeerde staten wordt voorts nog opgemerkt dat de relatie Soest- Amersfoort zo nauw is, dat het valt te betreuren dat niet ook Amersfoort bij dit streekplan is betrokken. Dit is natuurlijk geen formeel bezwaar dat men tegen het streekplan als zodanig kan indienen. Vandaar dat het college het in de begeleidende brief aan gedeputeerde staten wil opnemen. De heer HILHORST is het met wethouder van Zadelhoff eens dat dit streekplan in grote lijnen een voor de gemeente aantrekkelijk plan is. Veel van de eigen toekomstplannen van Soest wordt er in gereali seerd. De wethouder spreekt echter zichzelf tegen, wanneer hij eerst zegt dat men uitsluitend tegen het voorgestelde tracé moet ageren zonder alternatieven te noemen, en dan vervolgens een pleidooi gaat houden voor de weg over de Eng. Spreker meent dat veel te lichtvaardig wordt gedacht over de stippellijn van dit tracé. Men ziet er nog teveel een "weg van later orde" in. De huidige rijksweg loopt over een lengte van 8 km door de bebouwde kom en gaat een steeds groter gevaar vormen. Er zal slechts weinig behoeven te gebeuren, en er valt een besluit inzake een nieuwe weg. En als, waarschijnlijk volgend jaar, de overv/eg aansluitend op de Amsterdamseweg van het industrieterrein Amersfoort gereed is, terwijl deze weg bovendien zijn aansluiting behoudt met de weg over de Vlasakkers naar Arnhem, dan zal al het verkeer dat nu de Peter de Breemerweg passeert ook over deze overweg en deze weg afge voerd worden. Dan wordt de verkeerssituatie in Soest zodanig dat het gemeentebestuur zal moeten aandringen op spoedige voorzieningen. Men mag hier dus beslist geen zaak van later orde in zien. Doet men dat wel, dan kon men op een gegeven moment wel eens te laat blijken te zijn. Spreker zou het op prijs hebben gesteld, indien de heer van Embden de raad in een speciale bijeenkomst had voorgelicht. Vele raadsleden zou het daardoor gemakkelijker zijn gemaakt een standpunt te bepalen. Men zal thans een besluit moeten nemen, wil de gemeente haar rechten niet prijsgeven. Men moet echter een mogelijkheid zien te vinden straks nog eens en met meer inzicht en kennis van zaken het plan te bespreken. Daarbij mag niet te lichtvaardig worden gedacht over de verkeerssituatie in Soest. Een van de consequenties van het in het streek plan gedachte tracé zou zijn dat straks de gehele agrarische bevolking van Soestdijk tot Amersfoort gedoemd is te verdwijnen. De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op inderdaad een pleidooi te hebben gehouden voor de weg over de Eng. Voor zover deze wet valt binnen de stedelijke bebouwingssfeer hebben gedeputeerde staten zich daarmede in het kader van dit streekplan niet te bemoeien. Eerst later, wanneer Soest het eigen uitbreidingsplan gaat maken, kunnen gede puteerde staten zich ermede bemoeien. Het streekplan echter gaat alleen over het gebied dat buiten de stedelijke bebouwings.sfeer ligt. Wel heeft men in het streekplan getallen voor het stedelijk bebouwings gebied opgenomen, welke getallen bedoeld zijn als richtlijnen of minima voor de bebouwingsdichtheid. Daar zou de gemeente bezwaar tegen kunnen maken, maar spreker meent dat dit niet nodig is, omdat een getal van 30 woningen per ha. door Soest gemakkelijk kan worden gehaald omdat, wanneer de zuide lijke Eng niet zou worden bebouwd, Soest op de rest met 45 woningen per ha.gemakkelijk uitkomt. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 367